home

Nierstenen : pijnlijke steentjes in uw nieren en blaas

Nieren filteren uw bloed. Afvalstoffen en vocht uit uw bloed plast u uit. Als afvalstoffen niet goed oplossen in de urine, kunnen steentjes ontstaan. De steentjes verplaatsen langzaam van uw nieren naar uw blaas. Dit kan veel pijn doen. Uw arts onderzoekt waarom u nierstenen heeft. Uw arts bespreekt met u hoe u kunt zorgen dat u niet nog een keer nierstenen krijgt.
Thuisarts logo Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl

Video: niersteen

Wat is een niersteen?

In de urine zitten afvalstoffen die met het plassen worden afgevoerd. Als afvalstoffen niet helemaal oplossen in de urine, dan kunnen er in het nierbekken kristallen of steentjes ontstaan. Dit noemen we nierstenen.

Kleine niersteentjes kunt u uitplassen, maar soms blijft een steentje in de urinewegen steken. Dit kan de oorzaak zijn van een niersteenaanval. Een niersteentje kan soms ook de oorzaak zijn van stuwing of een infectie in de urinewegen.

Mannen hebben ongeveer 2 maal zo vaak een urinesteen als vrouwen.

De urinewegen

De urinewegen bestaan uit de nieren met de nierbekkens, de urineleiders, de blaas en de plasbuis.

Uw nieren zitten links en rechts, hoog in uw zij aan de rugzijde, vlak achter de onderste ribben. Elke nier heeft een nierbekken. Een nierbekken is een soort trechter waarin de urine zich verzamelt.
De urine loopt vanuit het nierbekken via de urineleider naar de blaas. De blaas zit onderin uw buik. Als de blaas vol is, krijgt u aandrang om te plassen. De plas gaat dan uit de blaas via de plasbuis naar buiten.

Wat zijn de verschijnselen bij een niersteen?

  • U krijgt plotseling heftige pijn in uw zij of in uw (onder)buik. De pijn komt in golven. Dit heet koliekpijn. Tijdens een pijngolf lukt het u niet om stil te zitten of stil te liggen.

  • U kunt bij een koliekaanval misselijk zijn en overgeven.

  • De pijn verplaatst zich geleidelijk van uw zij naar uw onderbuik. Dat komt omdat de steen vanuit de nier langzaam naar de blaas verschuift.

  • Wanneer het steentje de blaas bereikt voelt u misschien vaker aandrang om te plassen. 

  • Er kan een beetje bloed in uw plas zitten als er een steen in de urinewegen zit. Dit is bij onderzoek van de urine te zien. Soms is uw plas dan ook roze van kleur.

  • Na enkele dagen zijn de klachten bijna altijd over. Meestal komt de steen na enkele dagen namelijk in de blaas. 

  • Een paar dagen later plast u de steen uit. Soms gebeurt dat pas na enkele weken. Het uitplassen van de steen doet meestal geen pijn meer, vaak merkt u het niet eens. Dat komt omdat de plasbuis wat wijder is dan de urineleider.

Hoe ontstaat een niersteenaanval?

Als een wat groter steentje in de urineleider klem komt te zitten, dan krijgt u een aanval van pijn in uw zij of in uw buik.

De urineleider probeert de steen steeds wat verder naar de blaas toe te werken. Dit geeft steeds weer een pijngolf. Wanneer de urineleider even stopt met ‘knijpen’, is ook de pijn even weg.

Nierstenen komen vaak voor. Waarom ze bij sommige mensen ontstaan en bij andere niet, is niet helemaal duidelijk. In sommige families komen nierstenen vaker voor.

Wat kan ik doen bij een niersteen?

  • Plas door een theezeefje of plas in een potje en zeef de urine daarna. Zo kunt u de steen opvangen en weet u zeker of u de steen heeft uitgeplast. Voor de verdere behandeling kan het soms helpen om te weten wat voor soort steentje het is.

  • U mag gewoon eten en drinken (1,5 tot 2 liter per dag).

  • Een speciaal dieet is niet nodig om nierstenen te voorkomen.

Medicijnen bij een niersteenaanval

Het belangrijkste medicijn bij een niersteenaanval is een pijnstiller, zoals diclofenac, naproxen of ibuprofen. Maar niet iedereen mag ze hebben. Lees hier meer over deze medicijnen. 
Vaak krijgt u eerst een prik met een pijnstiller omdat dit snel werkt. Daarna krijgt u meestal zetpillen. Zetpillen werken namelijk beter dan tabletten als u misselijk bent of overgeeft bij nierstenen. Na 30 tot 60 minuten wordt de pijn minder. Gebruik de pijnstiller op vaste tijden om te voorkomen dat de pijn terugkomt. 

Probeer na 1 of 2 dagen hoe het zonder pijnstillers gaat.

Ook het medicijn tamsulosine kan helpen:

  • Tamsulosine ontspant de spieren van de blaas en plasbuis. De plas stroomt dan beter.
  • Dit maakt de kans iets groter dat u de steen uitplast.  
  • Ook zorgt het waarschijnlijk voor minder pijnaanvallen. En voor een kleinere kans op opname in het ziekenhuis door de nierstenen.  
  • Tamsulosine heeft ook nadelen, vooral duizeligheid. 
  • Bespreek de voordelen en nadelen met uw huisarts. 
  • Als u tamsulosine gaat slikken:
    • Slik 1 tablet per dag, bij het ontbijt. 
    • Stop met slikken als u de steen uitplast of als uw klachten over zijn.
    • Bel uw huisarts bij bijwerkingen.

Hoe gaat het verder na een niersteenaanval?

U krijgt een recept voor pijnstillers mee voor het geval u opnieuw een niersteenaanval krijgt. Diclofenac kunt u in de dosis die nodig is alleen met een recept krijgen.

Meestal plast u het steentje vanzelf uit, na enkele uren of dagen, soms pas na een paar weken.

Kom ongeveer 1 week na de niersteenaanval bij de huisarts voor controle. Neem een potje urine mee en het steentje als u dit heeft kunnen opvangen. Als u dan nog klachten of bloed in de urine heeft, kan verder onderzoek nodig zijn. Als er op de echo geen steentje of afwijking in de urinewegen te zien is, wordt er soms ook een röntgenfoto van uw buik gemaakt.

Wanneer contact opnemen bij een niersteen?

Bel de huisarts:

  • als de pijnstillers onvoldoende helpen;
  • als u tijdens of na de niersteenaanval koorts krijgt;
  • bij pijn bij het plassen.

Meer informatie over nierstenen

We hebben de informatie over nierstenen gemaakt met de  richtlijn voor huisartsen over nierstenen.

Thuisarts logo De informatie die hierboven staat komt van Thuisarts.nl en is 26 sep 2019 nog aangepast.

Onderzoek in OLVG

Uw arts onderzoekt wat de oorzaak is van uw nierstenen. Vaak is een oorzaak moeilijk te vinden. Voeding en uw manier van leven kunnen invloed hebben op het ontstaan van nierstenen. Er zijn ook ziektes die de kans op nierstenen groter maken.

Er zijn verschillende soorten nierstenen. Om u de juiste behandeling te geven, onderzoekt uw arts welke soort niersteen u heeft en wat de oorzaak is van uw nierstenen.

U krijgt een bloedonderzoek en een urineonderzoek. Als u de niersteen uitplast en opvangt, onderzoekt een laborant de niersteen.

Oorzaken van nierstenen

Uw arts onderzoekt wat de oorzaak is van uw nierstenen.

  • Te veel of te weinig van sommige stoffen in uw urine
    De samenstelling van uw urine kan veranderen waardoor nierstenen ontstaan. Dit kan bijvoorbeeld door uw voeding of door een infectie.
  • Een infectie in uw urinewegen
    Als u een infectie heeft in uw urinewegen, kunnen uw nieren minder goed gaan werken. Hierdoor kunt u nierstenen krijgen.

Soorten nierstenen

Uw arts onderzoekt welke soort nierstenen u heeft.

  • Calciumoxalaatstenen en calciumfosfaatstenen.
    Deze soort komt het meest voor. Ze bestaan grotendeels uit kalk.
  • Cystinestenen.
    Deze stenen komen vooral voor bij mensen met de ziekte cystinurie. Ze bestaan uit stukjes eiwit.
  • Struviet of infectiestenen.
    Deze stenen komen vooral voor bij mensen die vaak een infectie hebben in de urinewegen.
  • Urinezuurstenen.
    Deze stenen komen vaker voor als iemand ook jicht heeft.

Behandeling in OLVG

De behandeling hang af van het soort niersteen dat u heeft.
Urinezuurstenen kunnen vaak met medicijnen of een dieet oplossen. Bij andere soorten nierstenen is dit niet mogelijk.
Mogelijke behandelingen zijn dan steenvergruizing of een kleine operatie. De mogelijke operaties heten ureterorenoscopie en percutane nefrolithotripsie.
U bespreekt de mogelijke behandelingen met uw arts.

Bij veel mensen die nierstenen hebben gehad, kunnen binnen 5 jaar opnieuw nierstenen ontstaan. Door nierstenen kunnen de nieren minder goed gaan werken. Met een speciaal dieet kunt u de kans op nieuwe nierstenen kleiner maken.

OLVG Niersteenpolikliniek

Bij de afdeling Interne Geneeskunde in OLVG is een speciale Niersteenpolikliniek. Hier werken artsen samen met diëtisten om u advies te geven om te zorgen dat u geen nieuwe nierstenen krijgt.

Wat u zelf kunt doen

Voor iedereen met nierstenen geldt:

  • Eet zo weinig mogelijk zout.
  • Drink voldoende. Zorg dat u minimaal 2,5 liter per dag plast.
  • Volg het dieet dat uw diëtist u adviseert.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Niersteenpolikliniek, locatie Oost, P2
020 599 21 77 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Niersteenpolikliniek, locatie West, route 14
020 510 88 82 (op werkdagen van 08.30 tot 16.00 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Nierziekten van OLVG. Laatst gewijzigd:

Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.