home

Secundaire borstreconstructie met DIEP-lap : reconstructie met huid of vet van de buik

Als uw borst vanwege borstkanker is geamputeerd, kunt u tijdens een tweede operatie een reconstructie van de borst krijgen. Dit heet een secundaire borstreconstructie. Er zijn verschillende manieren om een borst te reconstrueren. Een borstreconstructie met weefsel van huid en vet van uw buik heet DIEP-lap.

Over de secundaire borstreconstructie met DIEP-lap

Een uitgestelde of secundaire borstreconstructie betekent dat u een nieuwe operatie heeft na de operatie borstamputatie. Soms is tijdens de borstamputatie een tissue expander geplaatst om de huid van de borst te behouden. Dan vervangt de arts tijdens de tweede operatie de tissue expander door de DIEP-lap.
Bij een DIEP-lap herstelt de plastisch chirurg de borst helemaal met weefsel van de buik. De borst voelt daardoor iets natuurlijker aan dan bij een prothese. Soms kan ook een deel van het gevoel terugkeren in de borst. Als u een platte borst had, gebruikt de plastisch chirurg ook huid van de buik om de borst te maken.
DIEP is een afkorting van Deep Inferior Epigastric Perforator.
De plastisch chirurg kan de borst alleen reconstrueren als er voldoende huid en vet is bij de buik.
U verblijft voor deze operatie 4 tot 5 dagen in het ziekenhuis.

Het resultaat

Bij een borstreconstructie probeert de plastisch chirurg zo goed mogelijk uw borst na te maken. Maar een nieuwe borst is altijd anders dan uw eigen borst:

  • De nieuwe borst zal nooit precies dezelfde vorm hebben als uw eigen borst.
  • De grootte van de nieuwe borst is iets anders. Soms kunt u na een tijdje nog een extra operatie krijgen om uw beide borsten meer op elkaar te laten lijken.
  • Het gevoel in de nieuwe borst zal minder zijn of is er niet meer. Soms komt een deel van het gevoel weer terug.
  • Soms kunt u later nog een tepelreconstructie of tepeltatoeage krijgen. Bij een tepelreconstructie maakt de plastisch chirurg een nieuwe tepel. De plastische chirurg bespreekt dit met u.

Zo bereidt u zich voor

  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 
Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 6 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 6 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.

Gezond gewicht

Uw huid en weefsel van de buik zijn in een betere conditie bij een gezond gewicht. De kans op complicaties tijdens de operatie is dan kleiner. Het resultaat van de operatie is meestal mooier. Als u te zwaar bent, adviseert de plastisch chirurg u eerst af te vallen. Te zwaar zijn betekent een BMI van hoger dan 30.

Zo gaat de operatie

Voor de operatie

  • U krijgt op de ochtend van de operatie steunkousen die u tijdens de operatie en de dagen erna moet dragen.
  • De plastisch chirurg luistert met een apparaat waar de bloedvaten in uw buik en borst zijn. De arts geeft met een stift de plek van de bloedvaten aan. De arts tekent dan lijnen op de borst en de buik.

De operatie

  • In de operatiekamer krijgt u een verdoving via een infuus in uw arm.
  • De plastisch chirurg opent de huid bij het oude litteken van de amputatie.
  • Soms is er tijdens de borstamputatie een tissue expander geplaatst. De huid van de borst is dan behouden. Tijdens de secundaire borstreconstructie vervangt de plastisch chirurg de tissue expander door de DIEP-lap.
  • Bij een platte borst gebruikt de plastisch chirurg ook de huid van de buik om een nieuwe borst te maken.
  • De plastisch chirurg hecht de bloedvaten van de buik vast aan de borst. Dit gebeurt onder de microscoop.
  • De plastisch chirurg hecht de wond op de buik.
  • De plastisch chirurg plaatst drains in de wond op de buik en in de nieuwe borst. Een drain is een dun slangetje dat vocht en bloed uit de wond afvoert.
  • De operatie duurt 5 tot 8 uur
  • U heeft na de operatie een litteken rond de navel en een groot litteken op uw buik. Het litteken loopt van heup tot heup. De plastisch chirurg probeert het litteken zo laag mogelijk te maken, zodat het onder uw onderbroek zit.
  • U heeft ook een litteken bij de borst. De lengte van het litteken is afhankelijk van het wel of niet gebruiken van de huid van uw buik.

Na de operatie

  • Na de operatie brengt de verpleegkundige u naar de uitslaapkamer.
  • De verpleegkundige brengt u terug naar de verpleegafdeling als u helemaal wakker bent en alles goed gaat.
  • Op de verpleegafdeling mag u weer eten en drinken.
  • U heeft nog een infuus in uw arm. Vaak wordt er 24 uur na de ingreep nog antibiotica via het infuus gegeven.
  • U heeft de eerste 24 uur een blaaskatheter.
  • De verpleegkundige controleert regelmatig uw nieuwe borst. Tijdens de eerste 24 uur elk uur en daarna steeds minder vaak.
  • U heeft een strakke band om de buik. Het is belangrijk dat de band niet over de borst heen zit.
  • De verpleegkundige geeft u de dag na de operatie uitleg over de verzorging van de wonden.
  • U overlegt met uw plastisch chirurg wanneer u weer mag douchen. Meestal mag u na 1 dag weer douchen
  • Een fysiotherapeut komt langs om u beweegadviezen te geven. Het is belangrijk dat u snel mogelijk weer uit bed komt. De kans op een trombosebeen en longembolie is daardoor zo klein mogelijk De plastisch chirurg bepaalt wanneer de drains uit de wonden mogen. Soms heeft u nog een drain als u naar huis mag. De verpleegkundige vertelt u dan hoe u de drain thuis verzorgt. Meer informatie leest u hierover op de pagina: Met een drain naar huis
  • De steunkousen houdt u aan totdat u vaak genoeg uit bed komt.
  • De wonden kunnen in het begin gevoelig zijn.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Naar huis

  • Meestal mag u na 4 tot 6 nachten na de operatie weer naar huis.
  • Het kan meer dan 1 week duren voordat het vocht is afgevoerd en de drains eruit kunnen. Soms is het nodig dat u met een drain naar huis gaat.
  • U krijgt recepten voor pijnstilling mee naar huis.
  • U mag de eerste dagen geen bh dragen. U krijgt daarna advies van de plastisch chirurg over het dragen van de juiste bh.

Zo gaat het verder

  • De plastisch chirurg heeft met u afgesproken wanneer u weer een bh mag dragen om de borst te ondersteunen Draag de bh 6 weken dag en nacht. De bh ondersteunt zo de gereconstrueerde borst. Het is belangrijk dat de bh niet knelt.
  • U krijgt u een stevige band voor de buik aangemeten. Deze band moet u 6 weken dag en nacht dragen.
  • Om de buikwand te ondersteunen, adviseren we u om gedurende 6 weken, dag en nacht, een strakke pantybroek of correctieondergoed te dragen. Deze mag u uitdoen als u gaat douchen.
  • U mag 6 weken niet sporten. Belast uw borstspieren en buik niet. Dit betekent dat u niet mag tillen, geen zware huishoudelijke taken verrichten, geen boodschappentassen kan dragen, de hond uit laten, etc.
  • U mag minimaal 6 weken na de operatie niet roken.
  • De eerste weken na de operatie heeft u misschien huishoudelijke hulp nodig.
  • U mag de eerste 3 maanden niet naar de sauna of de zonnebank. De huid rond uw borst is heel dun en kwetsbaar. De huid kan de hitte niet aan.
  • Als u in de zon gaat, is het belangrijk dat u de huid goed insmeert met factor 30 of hoger. Het beste is als u de borst ook bedekt met een stuk kleding. De huid is dun en kan snel verbranden.
  • De wond is onderhuids gehecht. Als er geen vocht meer uit de wond komt, hoeft u geen pleister of gaasje meer te gebruiken. Als er een doorzichtige pleister op de wond zit, laat u deze zitten tot u terugkomt op de polikliniek Plastische Chirurgie.
  • 2 weken na de operatie heeft u een controle-afspraak op de polikliniek.

Complicaties

Na een secundaire borstreconstructie met eigen weefsel is er een kans op complicaties. Soms moet u dan opnieuw geopereerd worden.

Mogelijke complicaties:

  • Trombose of longembolie
  • Er is een nieuwe operatie nodig om de bloeding te stoppen en het bloed weg te nemen.
  • Lelijke littekens. Bij sommige mensen kunnen lelijke littekens ontstaan. De littekens kunnen tot een jaar na de operatie onrustig zijn. Ze worden steeds meer soepel en bleek.
  • Afsterven van een deel van de nieuwe borst of van de hele borst. Het afgestorven deel moet dan verwijderd worden.
  • Soms ontstaat een zwakke buikwand.
  • Er kan te veel huid of vetweefsel overblijven aan de zijkanten van het litteken. Soms is het nodig dit later tijdens een tweede operatie weg te halen.

Wanneer moet u contact met ons opnemen?

Als u vragen heeft of zich zorgen maakt, kunt u de BorstZorg Monitor in MijnOLVG raadplegen. De BorstZorg Monitor is na de operatie voor u beschikbaar in MijnOLVG via: Heb ik zorg nodig? Met de BorstZorg Monitor kunt u thuis eenvoudig uw klachten na uw operatie meten en doorgeven. Wij kunnen u zo op afstand begeleiden.

Neem contact op met het ziekenhuis als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • U heeft meer dan 38,5 graden koorts.
  • U heeft pijn aan de borst en een strakke huid om de borst.
  • Zwelling van de borst of buik.
  • De huid van de borst krijgt een andere kleur.
  • De huid rond de borst of buik is rood, gezwollen en warm.
  • Er komt pus uit het litteken.
  • De wond ziet er vreemd uit of geneest niet goed.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Casemanager mammacare
mammacare@olvg.nl

Mammapoli, locatie Oost, P3
020-510 88 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Mammapoli, locatie West, route 6
020-510 88 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Plastische Chirurgie, locatie Oost, P4
020 510 86 70 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Verpleegafdeling Chirurgie B5, locatie Oost
020 599 25 03 (bij spoed dag en nacht bereikbaar)

Verpleegafdeling Chirurgie, locatie West, A4
020 510 84 14 en 020 510 82 14 (bij spoed dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Plastische, reconstructieve, en handchirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: