home

Problemen met vruchtbaarheid bij mannen : zaad van minder goede kwaliteit

Als een man en vrouw samen kinderen willen, gaat dit niet altijd vanzelf goed. Soms duurt het langer dan 1 jaar voordat de vrouw zwanger is. Er kunnen dan problemen met de vruchtbaarheid zijn. Bij 1 op de 3 paren heeft de man vruchtbaarheidsproblemen.
Thuisarts logo Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl

Zwanger worden en kwaliteit van het zaad

Soms duurt het langer dan 1 jaar voordat je partner zwanger is. Terwijl je toch vaak vrijt. 

Er kunnen verschillende oorzaken zijn, bij een man en bij een vrouw. Je kunt dit het beste bij de huisarts bespreken, samen met je partner.

In je zaad (sperma) zitten zaadcellen en zaadvocht. De kwaliteit van het zaad wil zeggen:

  • hoeveel zaadcellen erin zitten
  • hoe goed ze bewegen
  • de vorm die ze hebben

Als de kwaliteit van het zaad iets minder goed is, kan je partner wel zwanger worden. Alleen de kans om zwanger te worden is kleiner.
De kans op afwijkingen bij de baby is niet groter.

Wat maakt de kwaliteit van het zaad minder?

De kwaliteit van het zaad kan bijvoorbeeld minder goed worden door:

  • roken
  • alcohol
  • drugs
    Je huisarts kan jou en je partner helpen bij stoppen met roken, drugs of alcohol
  • gebruik van hormonen (anabole steroïden)
  • koorts: tot 12 weken na de koorts kan de kwaliteit van je zaad minder zijn
  • ontsteking van je penis, bal of bijbal
  • een soa 
  • een operatie of beschadiging van je penis, bal, bijbal of zaadleiders
  • medicijnen, bijvoorbeeld tegen depressie of hoge bloeddruk
  • bestraling
  • chemotherapie
  • schadelijke stoffen, zoals lood, verf en middelen tegen insecten voor de landbouw
  • aangeboren afwijkingen

Hoe gaat onderzoek van zaad?

Bij het onderzoek wordt het zaad met een microscoop bekeken. Ze kijken naar hoeveel zaadcellen er zijn, welke vorm ze hebben en of ze goed bewegen.

  • Je krijgt op de huisartsenpraktijk een potje en een formulier.
  • Kijk op welke tijd je het zaad kunt inleveren. Meestal staat dit op het formulier. Je moet het zaad namelijk binnen 1 uur na het klaarkomen naar het laboratorium brengen. 
  • Vang het zaad als je klaarkomt op in het potje. Vang het niet op in een condoom. Daar zit vaak iets in dat zaad doodt.
    Het zaad van 1 keer klaarkomen is genoeg.
  • Doe het potje onderweg in een binnenzak of broekzak. Dan blijft de temperatuur goed.
  • Is het zaad ouder dan 1 uur? Of  is het te warm of te koud bewaard? Dan heeft het onderzoek geen zin meer. De kwaliteit van zaad is dan al minder geworden.

Problemen bij het vrijen

Soms lukt het niet om in de vagina klaar te komen. Je komt misschien te vroeg klaar, nog voordat je penis in de vagina is. Of je penis wordt niet stijf genoeg. Misschien lukt het niet om tijdens het vrijen klaar te komen. Je kunt je soms ‘gedwongen’ voelen om te vrijen op de dagen dat je partner vruchtbaar is. Dat kan problemen geven.

Problemen bij het vrijen kun je het beste met je partner bespreken. Je kunt ook een afspraak maken bij je huisarts om hierover te praten.

Hoe gaat het verder na onderzoek van zaad?

2 tot 3 weken na het onderzoek van je zaad krijg je de uitslag. 

  • Is de uitslag nu niet goed? Dan moet het onderzoek nog een keer na een paar weken. De beste uitslag telt.
  • Blijft de kwaliteit van je zaad niet goed? Dan stuurt je huisarts je door naar de gynaecoloog. Deze onderzoekt je balzak en zaadballen. 
  • Is de kwaliteit van je zaad redelijk of goed, dan kijkt de huisarts in een tabel.

In deze tabel is te zien hoe groot de kans is dat je partner zwanger wordt in het komende jaar. De kwaliteit van je zaad en de leeftijd van je partner bepalen samen hoe groot die kans ongeveer is.

  • Is jullie kans groter dan 40%? Dat betekent dat meer dan 4 van de 10 vrouwen zoals je partner een jaar later zwanger zijn.
    Huisartsen en gynaecologen raden jullie dan aan om de komende 6 maanden tot 1 jaar regelmatig te blijven vrijen. 
  • Is jullie kans kleiner dan 30%? Dat betekent dat minder dan 3 van de 10 vrouwen 1 jaar later zwanger zijn.
    Dan kun je als je wilt naar een polikliniek voor vruchtbaarheid. Het blijft vaak moeilijk te ontdekken waarom zaad minder goed is.
  • Zit de kans ertussen in? Dan bespreekt de huisarts met jullie of jullie naar de gynaecoloog gaan of doorgaan met regelmatig vrijen.

Meer informatie over onderzoek als je nog niet zwanger bent

Meer informatie en steun vind je bij Freya.

We hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn over vruchtbaarheid voor huisartsen

Thuisarts logo De informatie die hierboven staat komt van Thuisarts.nl en is 6 dec 2021 nog aangepast.

Zo ontstaan vruchtbaarheidsproblemen bij mannen

Mannen kunnen door verschillende oorzaken vruchtbaarheidsproblemen krijgen. Soms is de oorzaak niet duidelijk. Soms hebben ze problemen vanaf hun geboorte. Soms hebben ze een ziekte en krijgen ze door deze ziekte vruchtbaarheidsproblemen.

Uw zaadballen zijn niet goed ingedaald

Soms daalt bij een jongen een zaadbal niet goed in de balzak. De zaadbal blijft dan hangen in de buik of lies. Vaak ziet een arts dit als de jongen nog jong is. Met een operatie is dit op te lossen. Na de operatie kan de kwaliteit van het zaad minder goed zijn.

U heeft geen hele of helemaal geen zaadleiders

Als u geen zaadleiders of geen hele zaadleiders heeft, maakt uw lichaam wel zaadvocht aan, maar geen zaadcellen.

U heeft ooit een ontsteking aan uw zaadballen of bijballen gehad

Een ontsteking aan 1 of beide zaadballen of bijballen kan zorgen dat uw lichaam minder zaad aanmaakt. Een ontsteking kan ook zorgen dat het zaad niet goed door het lichaam beweegt.
Een voorbeeld van zo’n ontsteking is orchitis. Jongens in de puberteit die de bof krijgen, krijgen soms orchitis.
Ook een soa kan ervoor zorgen dat u een ontsteking aan uw zaadballen of bijballen krijgt. SOA is de afkorting van seksueel overdraagbare aandoening.

U heeft ooit chemotherapie of bestraling gehad

Een behandeling met chemotherapie of bestraling zorgt vaak dat uw lichaam minder of geen zaad meer aanmaakt.

U heeft een varicocèle

U kunt een behandeling krijgen voor een varicocèle. Het is alleen niet duidelijk of de kans op een zwangerschap na de behandeling groter is. U leest meer over de behandeling op de webpagina: Embolisatie goedaardige zwelling balzak.

Antistoffen

1 op de 7 mannen die gesteriliseerd is, heeft antistoffen tegen zaadcellen.
Na een ontsteking of aandoening van de zaadballen kan een man ook antistoffen tegen zaadcellen hebben.
Door de antistoffen kunnen de zaadcellen niet goed bewegen.
Als u meer dan 90 procent antistoffen heeft, heeft u vruchtbaarheidsproblemen. Als u minder dan 90% antistoffen heeft, heeft u soms vruchtbaarheidsproblemen.

Vruchtbaarheidsproblemen in uw familie

Als u een broer met vruchtbaarheidsproblemen heeft, is er meer kans dat u ook vruchtbaarheidsproblemen heeft. Als vruchtbaarheidsproblemen in de familie zitten, heeft dat invloed op u. Vruchtbaarheidsproblemen kunnen ook invloed hebben op de zwangerschap of het kind dat u krijgt. De arts bespreekt dit met u.

Adviezen voor thuis

U kunt zelf verschillende dingen doen om de kwaliteit van uw sperma te verbeteren. Het is alleen niet zeker dat het lukt.
Volg de adviezen minimaal 3 maanden, want het duurt 3 maanden voor een zaadcel genoeg gegroeid is om een eicel te kunnen bevruchten. 

Ondergoed en kleding

  • Draag overdag en in de nacht ruime kleding en onderkleding.
  • Draag kleding die niet te warm is. Draag liever geen wollen broeken.

Bad of sauna

  • Warmte is niet goed voor sperma. Ga niet langer dan 10 minuten in een heet bad. Ga liever niet naar de sauna.

Elektrische dekens

  • Warmte is niet goed voor sperma. Gebruik liever geen elektrische dekens.

Klaarkomen

  • Zorg dat u 2 of 3 zaadlozingen per week heeft. Sperma sparen is niet goed voor de kwaliteit van het sperma.

Gezond leven

  • Eet gezond.
  • Drink weinig of geen alcohol.
  • Rook niet.

U leest hier meer over op de webpagina: Beter in Amsterdam.

Onderzoek in OLVG

Als u vruchtbaarheidsproblemen heeft, kan de huisarts u doorverwijzen naar de afdeling Fertiliteit in OLVG.
U heeft op de afdeling Fertiliteit een gesprek met de arts. Voor het gesprek krijgt u een digitale vragenlijst. U kunt de vragenlijst alvast doorlezen en invullen.
Tijdens het gesprek neemt de arts de vragenlijst met u door. De arts kan u vragen stellen over uw leven, uw werk, uw seksleven en uw familie. Met de vragen onderzoekt de arts waar uw vruchtbaarheidsproblemen vandaan komen.
De arts kan ook een lichamelijk onderzoek doen. Soms vraagt de arts 1 of meer onderzoeken op een andere afdeling voor u aan.

Spermaonderzoek

Met een spermaonderzoek laat u de kwaliteit van uw zaad onderzoeken. U leest hier meer over op de webpagina: Spermaonderzoek.
In OLVG is de uitslag van een spermaonderzoek binnen 2 dagen bekend.

MAR-test of IBT-test

Bij een MAR-test of IBT-test onderzoekt een laborant in het laboratorium of u antistoffen tegen zaadcellen heeft.
MAR staat voor mixed antiglobulin reaction.
IBT staat voor immunobead.

Lichamelijk onderzoek

De arts kan een lichamelijk onderzoek doen. De arts onderzoekt bijvoorbeeld uw hele kruis. De arts let op uw lichaamshaar, littekens, ontstekingen of spataderen.
De arts kan ook een prostaatonderzoek doen.

Hormoononderzoek

De hormonen FSH en LH zijn belangrijk voor de aanmaak van zaadcellen en het hormoon testosteron. Het meten van hormonen gebeurt door onderzoek van uw bloed.

Echografie onderzoek van de balzak, de prostaat en zaadblaasjes

Een echografie is een onderzoek van de binnenkant van het lichaam. Dit onderzoek gebeurt via geluidsgolven. De geluidsgolven maken organen en weefsels zichtbaar. Een echografie veroorzaakt geen schade aan uw lichaam of omgeving..

Onderzoek van chromosomen en DNA

Soms komt uit het spermaonderzoek dat de kwaliteit van het zaad niet goed is. De arts kan voor u een onderzoek van chromosomen en DNA aanvragen.
In alle cellen van het lichaam zitten chromosomen. Een onderdeel van chromosomen is DNA. In chromosomen zitten via een code de kenmerken van de mens. Bijvoorbeeld uw haarkleur. Bij elk mens is dit anders.

Behandelingen

Als gezonder leven niet helpt, bespreekt de arts met u wat nog meer mogelijk is.
U kunt bijvoorbeeld zaad van een donor gebruiken. De arts brengt dan het zaad van een donor in de baarmoedermond van uw partner.
U kunt ook adopteren.
U kunt ook behandelingen krijgen waar uw partner ook bij betrokken is:

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek VEVO, locatie Oost, P1
020 599 34 81 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Fertiliteit, locatie West, route 22
020 510 86 14 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Fertiliteit van OLVG. Laatst gewijzigd:

Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.