home

Inleiden van de bevalling : de bevalling laten starten

Vaak start een bevalling vanzelf. Bijvoorbeeld omdat uw vliezen breken of omdat u weeën krijgt. Soms is het nodig om de bevalling op te wekken. Dit heet het inleiden van de bevalling. Het inleiden gebeurt in het ziekenhuis.

Over de inleiding

Vaak duurt een zwangerschap ongeveer 40 weken. Soms is het nodig om de bevalling op te wekken in het ziekenhuis. Het opwekken van de bevalling heet het inleiden van de bevalling.

Er zijn verschillende redenen om een inleiding te krijgen:

  • U bent meer dan 42 weken zwanger.
  • Uw vliezen zijn meer dan 3 dagen gebroken.
  • Uw baby groeit niet goed of het gaat niet goed met uw baby.
  • U heeft een hoge bloeddruk.
  • U heeft jeuk tijdens de zwangerschap.
  • U heeft suikerziekte en u gebruikt insuline.

Zo bereidt u zich voor

  • U krijgt een afspraak op de polikliniek Verloskunde om de inleiding te bespreken en te plannen.
  • Op de dag van de inleiding komt u naar het Anna Paviljoen, OLVG locatie Oost.
  • U mag bezoek ontvangen.
  • Uw partner kan bij u blijven en blijven slapen.

Wat neemt u mee?

U neemt de tas mee die klaarstaat voor de bevalling.

Zo gaat de inleiding

Een inleiding heeft verschillende stappen:

  • Breken van de vliezen
  • Opwekken van de weeën

Om de inleiding te beginnen, moet u 2 tot 3 cm ontsluiting hebben en de baarmoedermond moet rijp zijn. Soms is uw baarmoedermond nog niet rijp. U krijgt dan een ballonkatheter of medicijnen om de inleiding voor te bereiden. Dit heet primen.
Als u een ballonkatheter krijgt, kunt u vaak nog terug naar huis.

Breken van de vliezen

Als u genoeg ontsluiting heeft, breekt de verloskundige of arts uw vliezen. Het vruchtwater stroomt via de vagina naar buiten. Het breken van de vliezen doet vaak geen pijn.
Soms krijgt u vanzelf weeën na het breken van de vliezen. Uw bevalling is dan begonnen.

Opwekken van de weeën

U krijgt het medicijn oxytocine via een infuus. U krijgt eerst een beetje. Langzaam krijgt u wat weeën. Elke 20 tot 30 minuten krijgt u meer oxytocine, totdat u regelmatige en sterke weeën heeft. Soms krijgt u na een tijdje minder of geen oxytocine meer.
Als u weeën heeft, wacht u op de ontsluiting. Tijdens de ontsluiting opent de baarmoedermond. Zo kan de baby via de vagina geboren worden.
Ontsluiting duurt bij de eerste bevalling langer dan bij een volgende bevalling.

Bevalling

Als u weeën heeft, gaat de bevalling hetzelfde als bij een bevalling zonder inleiding. Een eerste bevalling duurt vaak langer dan een volgende bevalling.

Controle van de baby

Er is de hele tijd controle van de hartslag van de baby. Dit kan met een draadloos systeem. U kunt tijdens de bevalling gewoon bewegen, rondlopen onder de douche of in bad. Soms controleert de arts de hartslag van de baby met een draadje op het hoofd van de baby. Dit heet een schedelelektrode. 

Naar huis

De arts bespreekt met u wanneer u en uw baby naar huis kunnen.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. U kunt ook bellen.

Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Bij spoed
Anna Paviljoen, locatie Oost, 2e etage
Spoedzorg Verloskunde,  020 599 22 35 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)
Bevalsuites, 020 599 30 09 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Verloskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: