Meer informatie over MijnOLVG
In MijnOLVG kunt u uw persoonlijke gegevens van OLVG inzien en beheren. U kunt bijvoorbeeld uw afspraken bekijken, onderzoeksuitslagen inzien en korte vragen stellen.
Lees verder
Door zwangerschapshormonen wordt het lichaam ongevoeliger voor insuline. Dit gebeurt na ongeveer 24 weken van de zwangerschap. Normaal gesproken past het lichaam zich aan de zwangerschap aan en neemt de aanmaak van insuline vanzelf toe. Bij vrouwen met zwangerschapsdiabetes lukt dit niet voldoende. Doordat er niet voldoende insuline aanwezig is, kan de glucose uit het bloed niet naar de lichaamscellen. Hierdoor stijgt de bloedglucose.
Klachten komen niet altijd voor bij vrouwen met zwangerschapsdiabetes. De bloedglucosewaarde kan wat hoger zijn, zonder dit te voelen.
Vrouwen met zwangerschapsdiabetes worden begeleid door de gynaecoloog, een internist, een diabetesverpleegkundige en een diëtiste. De behandeling is meestal een dieet. De bloedglucosespiegel kan al normaal worden door bijvoorbeeld minder koolhydraten te eten of ze anders te verdelen over de dag. Als het niet lukt om met een dieet de glucosewaarde lager te krijgen, kan het nodig zijn om insuline te injecteren. Na de bevalling kan het injecteren van insuline worden gestopt en wordt de bloedsuikerspiegel tot ongeveer 6 weken na de bevalling gecontroleerd.
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Diabetescentrum.