Meer informatie over MijnOLVG
In MijnOLVG kunt u uw persoonlijke gegevens van OLVG inzien en beheren. U kunt bijvoorbeeld uw afspraken bekijken, onderzoeksuitslagen inzien en korte vragen stellen.
Lees verder
Sarcoïdose komt het meest voor in de longen, maar kan ook optreden in de lymfeklieren, de huid, de ogen en de gewrichten. Op de plek in het lichaam waar sarcoïdose ontstaat, verzamelen zich veel witte bloedcellen. Deze witte bloedcellen hopen zich op in kleine knobbeltjes. Deze knobbeltjes heten granulomen. Sarcoïdose wordt ook wel de ziekte van Besnier-Boeck-Schaumann genoemd, naar de artsen die de ziekte het eerst hebben beschreven.
De klachten bij sarcoïdose verschillen sterk per patiënt. Hoe de ziekte zich uit is afhankelijk van de plek in het lichaam en de uitgebreidheid van de ziekte. Een patiënt met sarcoïdose in de longen, zal last hebben van hoesten en kortademigheid. Iemand die sarcoïdose in het oog heeft, zal oogklachten hebben.
De ziekte kan ook zonder klachten verlopen en bij toeval worden gevonden, bijvoorbeeld bij een keuring. Sarcoïdose kent acute en niet-acute verschijningsvormen.
Bij acute sarcoïdose ontstaan de klachten plotseling, in korte tijd. Mogelijke klachten zijn:
Vaak heeft iemand deze klachten samen. Dit wordt ook wel het syndroom van Löfgren genoemd. De acute klachten kunnen langere tijd aanhouden. 80% van de patiënten met acute sarcoïdose geneest vanzelf binnen een tot twee jaar. De kans dat iemand hierna opnieuw de ziekte krijgt is zeer klein.
Bij niet-acute sarcoïdose ontstaan de klachten langzaam in de loop van weken tot maanden. Bij deze vorm van de ziekte is de kans op spontaan herstel klein. De klachten houden meestal lang aan. Over een langere tijd zijn er perioden waarin iemand minder last heeft van de ziekte en perioden waarin de klachten juist verergeren.
De klachten waar patiënten met niet-acute sarcoïdose last van hebben, verschillen sterk per patiënt. Bijna altijd zijn (ook) de longen aangetast. De meeste patiënten hebben last van kortademigheid en/of hoesten. Een klein deel (10%) van de patiënten krijgt door sarcoïdose ernstige longschade, longfibrose. Omdat de longen bijna altijd meedoen in de ziekte worden de meeste patiënten met niet-acute sarcoïdose door een longarts behandeld.
Acute sarcoïdose hoeft lang niet altijd te worden behandeld met medicijnen, vaak kan een spontaan herstel worden afgewacht.
Niet-acute sarcoïdose gaat meestal niet vanzelf over. Een deel van de patiënten moet met medicijnen worden behandeld. Soms is lokale behandeling mogelijk, bijvoorbeeld oogdruppels of een zalf. Soms krijgt iemand pillen. Welke behandeling uw arts adviseert is afhankelijk van de betrokken organen en de ernst van de ziekte.
Voor patiënten met een meer complexe vorm van sarcoïdose heeft OLVG heeft een speciaal ‘sarcoïdose-team’. In dit team werken de longartsen samen met een dermatoloog, een oogarts, een cardioloog en een neuroloog. Zo nodig worden ook andere specialisten bij de behandeling betrokken.
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Longgeneeskunde.