home

Plaatsen van een implanteerbare hartmonitor : implanteerbare looprecorder of ILR

Om uw klachten te onderzoeken, krijgt u tijdelijk een hartmonitor. Dit kleine apparaatje heet ook wel een implanteerbare looprecorder of ILR. Het zit onder uw huid vlak bij uw hart. Een hartmonitor controleert uw hartritme en maakt hartfilmpjes. Het plaatsen van een hartmonitor is een kleine ingreep en vindt in dagbehandeling plaats.

Over de implanteerbare hartmonitor

Een implanteerbare hartmonitor is een klein apparaatje van 4 bij 0,5 cm. Uw zorgverlener plaatst de hartmonitor in uw lichaam, vlak onder uw huid ter hoogte van uw hart. Bij de hartmonitor hoort ook een afstandsbediening.

De hartmonitor controleert uw hartritme dag en nacht. 
Als uw hartritme afwijkt, maakt de hartmonitor een hartfilmpje. 
De hartmonitor maakt op 2 manieren een hartfilmpje:

  1. De hartmonitor maakt automatisch een hartfilmpje als uw hartslag te snel, te langzaam of onregelmatig is.
  2. U geeft de hartmonitor de opdracht een hartfilmpje maken. Dit doet u of uw naaste via een afstandsbediening.

De technicus kan via de hartmonitor de gegevens over uw hartritme uitlezen. 

De hartmonitor kan langere tijd in uw lichaam blijven zitten. Hij gaat ongeveer 3 jaar mee. De hartmonitor en de afstandsbediening werken op batterijen. De arts bespreekt met u hoelang u de hartmonitor nodig heeft. De hartmonitor blijft meestal zitten totdat de oorzaak van uw klachten duidelijk is. 

Klachten hartritme

Een probleem van uw hartritme kan  1 of meer van de volgende klachten veroorzaken:

  • U valt vaak flauw.
  • U bent vaak duizelig of licht in het hoofd.
  • U heeft soms een hele snelle hartslag.
  • U heeft soms een hele langzame hartslag.
  • U heeft soms een onregelmatige hartslag.
  • U heeft soms pijn op de borst.
  • U bent snel moe.
  • U bent snel buiten adem.

Zo gaat het plaatsen van een hartmonitor

Het plaatsen van de hartmonitor gebeurt in OLVG, locatie Oost. Een verpleegkundige specialist of cardioloog plaatst de hartmonitor.

Voor het plaatsen

  • U mag op de dag dat u de hartmonitor krijgt gewoon eten en drinken.
  • U trekt al uw bovenkleding uit en neemt plaats op de behandeltafel.
  • De operateur bepaalt de plek voor de hartmonitor. Meestal krijgt u de hartmonitor tussen uw borstbeen en uw linkerschouder.
  • Na het schoonmaken van uw huid, krijgt u een plaatselijke verdoving.

Het plaatsen

  • De operateur maakt op de plaats waar de monitor komt een sneetje van een halve centimeter in uw huid.
  • De hartmonitor wordt onder de huid geplaatst.
  • Na het sluiten van uw huid met huidlijm of een hechting krijgt u een pleister over de wond. 
  • Het plaatsen van een hartmonitor duurt ongeveer 15 minuten.

Na het plaatsen

Na het plaatsen van de hartmonitor blijft u ter controle ongeveer een half uur tot 1 uur op de afdeling. Daarna mag u naar huis.

Naar huis

Als u zich goed voelt, mag u een half uur tot uur na de ingreep weer naar huis. U kunt zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer.

Na het onderzoek

Na het plaatsen van de hartmonitor krijgt u van de technicus de volgende informatie:

  • Meer informatie over uw hartmonitor
  • Een handleiding van de hartmonitor en afstandsbediening

Een technicus is een zorgverlener die gespecialiseerd is in technische hulpmiddelen voor het hart.

Adviezen voor thuis

Eerste 2 dagen de wond niet nat maken ( niet douchen of in bad) en niet zwaar tillen. Neem contact op bij onderstaande klachten:

  • De wond doet pijn.
  • De wond is gezwollen. 
  • De wond is rood en warm.

Controle

Na de ingreep krijgt u na ongeveer 2 weken een afspraak voor wondcontrole 
en controle van de hartmonitor bij de technicus 
Hierna komt u meestal 1 tot 2 keer per jaar voor controle van de hartmonitor bij de pacemakertechnicus. Deze controleert uw hartmonitor en meet deze door. 

Uw persoonlijke informatiekaart

Na het plaatsen van de hartmonitor krijgt u een persoonlijke informatiekaart mee. Op deze informatiekaart staat informatie over u, over uw arts en over de hartmonitor. Draag de informatiekaart altijd bij u.

Bij een medisch onderzoek of medische behandeling is het belangrijk dat u vertelt dat u een hartmonitor heeft.

Zelf een hartfilmpje maken bij klachten

Als u klachten heeft, kunt u met de hartmonitor zelf een hartfilmpje maken. Hiervoor gebruikt u de afstandsbediening. Het is belangrijk dat u de afstandsbediening altijd bij u draagt.

Als u klachten voelt, doet u het volgende:

  • U drukt op de knop van de afstandsbediening. 
    Op de afstandsbediening gaat een blauw lampje knipperen. 
  • Houdt de afstandsbediening dicht boven de hartmonitor.
    Op de afstandsbediening gaat nu een groen lampje branden. Ook hoort u een pieptoon. Het groene lampje en de pieptoon betekenen dat uw hartmonitor een hartfilmpje maakt.
  • U maakt een afspraak met uw technicus.
    De technicus kan via een computer het hartfilmpje terugkijken. Het hangt van het resultaat af of u daarna een afspraak nodig heeft met uw arts.

De hartmonitor kan tot 7 minuten terugkijken in de tijd. Als u bijvoorbeeld flauwvalt, maak dan achteraf alsnog een hartfilmpje. Dit kan met de afstandsbediening door de patiënt of een naaste. 

Soms kunt u door uw klachten niet binnen 7 minuten de afstandsbediening bedienen. Het is daarom belangrijk dat ook uw naasten of mensen in uw omgeving weten hoe zij de afstandsbediening kunnen bedienen.
Als het door omstandigheden zoals flauwvallen, niet gelukt is om een opname met de afstandsbediening te maken, schrijf dan de datum en tijdstip op. Dit helpt de technicus bij het uitlezen.

Het verwijderen van een hartmonitor

Als de oorzaak van uw klachten duidelijk zijn, is de hartmonitor niet meer nodig. De verpleegkundig specialist of cardioloog zal uw hartmonitor dan verwijderen.

 

Het verwijderen van een hartmonitor gaat bijna hetzelfde als het plaatsen van de hartmonitor:

  • U krijgt een plaatselijke verdoving.
  • De operateur maakt een sneetje in uw huid.
  • De hartmonitor wordt verwijderd.
  • De wond wordt gesloten met huidlijm of een hechting.

U kunt meestal een half uur na de ingreep weer naar huis.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Cardiologie, locatie Oost, P2
020 599 30 32 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Shortstay afdeling Cardiologie, locatie Oost, A4
020 599 22 09 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Hartcentrum van OLVG. Laatst gewijzigd: