Inloggen met DigiD
Download de MijnOLVG-app in de App Store of Google Play Store of ga naar www.mijnolvg.nl. Log daarna eenvoudig in met uw DigiD.
Een implanteerbare hartmonitor is een klein apparaatje van 4 bij 0,5 cm. Uw zorgverlener plaatst de hartmonitor in uw lichaam, vlak onder uw huid ter hoogte van uw hart. Bij de hartmonitor hoort ook een afstandsbediening.
De hartmonitor controleert uw hartritme dag en nacht.
Als uw hartritme afwijkt, maakt de hartmonitor een hartfilmpje.
De hartmonitor maakt op 2 manieren een hartfilmpje:
De technicus kan via de hartmonitor de gegevens over uw hartritme uitlezen.
De hartmonitor kan langere tijd in uw lichaam blijven zitten. Hij gaat ongeveer 3 jaar mee. De hartmonitor en de afstandsbediening werken op batterijen. De arts bespreekt met u hoelang u de hartmonitor nodig heeft. De hartmonitor blijft meestal zitten totdat de oorzaak van uw klachten duidelijk is.
Een probleem van uw hartritme kan 1 of meer van de volgende klachten veroorzaken:
Het plaatsen van de hartmonitor gebeurt in OLVG, locatie Oost. Een verpleegkundige specialist of cardioloog plaatst de hartmonitor.
Na het plaatsen van de hartmonitor blijft u ter controle ongeveer een half uur tot 1 uur op de afdeling. Daarna mag u naar huis.
Als u zich goed voelt, mag u een half uur tot uur na de ingreep weer naar huis. U kunt zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer.
Na het plaatsen van de hartmonitor krijgt u van de technicus de volgende informatie:
Een technicus is een zorgverlener die gespecialiseerd is in technische hulpmiddelen voor het hart.
Eerste 2 dagen de wond niet nat maken ( niet douchen of in bad) en niet zwaar tillen. Neem contact op bij onderstaande klachten:
Na de ingreep krijgt u na ongeveer 2 weken een afspraak voor wondcontrole
en controle van de hartmonitor bij de technicus
Hierna komt u meestal 1 tot 2 keer per jaar voor controle van de hartmonitor bij de pacemakertechnicus. Deze controleert uw hartmonitor en meet deze door.
Na het plaatsen van de hartmonitor krijgt u een persoonlijke informatiekaart mee. Op deze informatiekaart staat informatie over u, over uw arts en over de hartmonitor. Draag de informatiekaart altijd bij u.
Bij een medisch onderzoek of medische behandeling is het belangrijk dat u vertelt dat u een hartmonitor heeft.
Als u klachten heeft, kunt u met de hartmonitor zelf een hartfilmpje maken. Hiervoor gebruikt u de afstandsbediening. Het is belangrijk dat u de afstandsbediening altijd bij u draagt.
Als u klachten voelt, doet u het volgende:
De hartmonitor kan tot 7 minuten terugkijken in de tijd. Als u bijvoorbeeld flauwvalt, maak dan achteraf alsnog een hartfilmpje. Dit kan met de afstandsbediening door de patiënt of een naaste.
Soms kunt u door uw klachten niet binnen 7 minuten de afstandsbediening bedienen. Het is daarom belangrijk dat ook uw naasten of mensen in uw omgeving weten hoe zij de afstandsbediening kunnen bedienen.
Als het door omstandigheden zoals flauwvallen, niet gelukt is om een opname met de afstandsbediening te maken, schrijf dan de datum en tijdstip op. Dit helpt de technicus bij het uitlezen.
Als de oorzaak van uw klachten duidelijk zijn, is de hartmonitor niet meer nodig. De verpleegkundig specialist of cardioloog zal uw hartmonitor dan verwijderen.
Het verwijderen van een hartmonitor gaat bijna hetzelfde als het plaatsen van de hartmonitor:
U kunt meestal een half uur na de ingreep weer naar huis.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Cardiologie, locatie Oost, P2
020 599 30 32 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Shortstay afdeling Cardiologie, locatie Oost, A4
020 599 22 09 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)