Meer informatie over MijnOLVG
In MijnOLVG kunt u uw persoonlijke gegevens van OLVG inzien en beheren. U kunt bijvoorbeeld uw afspraken bekijken, onderzoeksuitslagen inzien en korte vragen stellen.
Lees verder
Bij sommige patiënten met een longembolie is niet duidelijk wat de oorzaak is. Meestal ontstaat een longembolie op dezelfde manier als een trombosebeen: er ontstaat dan een stolsel in de bloedvaten in de benen (trombosebeen) of het bekken. Vanuit het been wordt het stolsel met het bloed meegevoerd naar de longen. Hier belemmert het vervolgens de bloeddoorstroming. Een longembolie ontstaat vaak na een operatie of een botbreuk. Ook kunnen stolsels makkelijk in de benen (of op andere plaatsen in het lichaam) ontstaan als bloed te langzaam stroomt. Bijvoorbeeld na langdurige bedrust of een lange vliegreis. Soms ontstaat een longembolie doordat het bloed uit zichzelf snel stolt. Dit kan komen door een aangeboren afwijking in het stollingssysteem, maar ook door bijvoorbeeld zwangerschap en kraambed.
Behandeling kan thuis of in het ziekenhuis plaatsvinden. Bijna alle mensen die een longembolie hebben, herstellen weer volledig. In 1 tot 4% van de gevallen geneest een patiënt niet of niet helemaal, doordat zijn lichaam de bloedstolsels niet goed zelf kan opruimen. Als deze stolsels na langere tijd meerdere bloedvaten afsluiten, kan dit tot klachten leiden. Het bloed kan immers minder goed door de longen wegstromen. Deze aandoening heet chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH).
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Longgeneeskunde.