OLVG

Implanteren van een Micra pacemaker : plaatsen van een Micra pacemaker

Als u een trage hartritmestoornis heeft, krijgt u soms een Micra pacemaker. Een Micra pacemaker is een heel klein, elektronisch apparaatje dat ervoor zorgt dat het hart in het juiste ritme blijft pompen. De arts plaatst de Micra pacemaker in de rechter hartkamer via een bloedvat in uw lies. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Meestal blijft u 1 nacht in het ziekenhuis.

Over een Micra pacemaker

De Micra pacemaker zorgt ervoor dat het hart in het normale ritme blijft pompen. Wanneer het hartritme te traag is of pauzeert, geeft de Micra pacemaker automatisch een kleine elektrische prikkel af. Door deze prikkel trekt het hart weer in het juiste ritme samen. Deze prikkel voelt u niet. 

De Micra pacemaker is zo groot als een vitaminepil en heeft geen draden.

Over de implantatie

De arts brengt de Micra pacemaker via de lies naar de rechter hartkamer van uw hart. Aan de Micra pacemaker zitten kleine haakjes. De haakjes van de Micra pacemaker hechten zich dan vast aan de binnenwand van het hart. 

De Micra pacemaker heeft een chip en batterij. Deze chip onderzoekt uw hartritme en kan zo nodig een elektrische prikkel afgeven. De gegevens op de chip zijn uit te lezen door de pacemaker-technicus van OLVG.


De chip en de batterij van de Micra pacemaker zijn ongeveer 10 jaar te gebruiken.

 

Zo bereidt u zich voor

Zorg dat iemand u komt ophalen na de operatie.

Zo gaat de implantatie

Voor het implanteren van de Micra pacemaker komt u naar locatie Oost. 
De implantatie gebeurt in de hartkatheterisatiekamer. 

Voor de implantatie

  • Als u van thuis komt, meldt u zich bij afdeling A4 op locatie Oost. 
  • Als u al in het ziekenhuis ligt voor de implantatie, dan brengt de verpleegkundige u naar de behandelkamer.
  • Zorg dat u voor de implantatie naar de wc gaat.
  • U gaat liggen op de behandeltafel.
  • U krijgt een infuus in uw arm. Via het infuus krijgt u antibiotica, medicijnen tegen de pijn en medicijnen om u rustiger te voelen.

 

De implantatie

  • U krijgt een plaatselijke verdoving in uw lies. 
  • Tijdens de implantatie kunt u praten en vertellen hoe u zich voelt. U kunt deels meekijken tijdens de behandeling. 
  • De arts plaatst een buisje in de lies. 
  • Via dit buisje brengt de arts de pacemaker naar uw hart. 
  • De arts plaatst de pacemaker in de rechter hartkamer. 
  • De pacemakertechnicus test de pacemaker door kleine elektrische prikkels te geven. U merkt hier niets van. 
  • De arts verwijdert het buisje uit de lies. 
  • U krijgt drukverband op de wond in de lies.

Na de implantatie

  • Na de implantatie brengt de verpleegkundige u naar de verpleegafdeling. U moet dan minimaal 4 uur plat in bed blijven liggen.
  • Een verpleegkundige sluit een apparaat aan dat continu uw hartritme controleert. Dit heet een telemetrie kastje. 
  • Het drukverband blijft ongeveer 4 uur op de wond in de lies zitten.
  • Na de implantatie krijgt u een hartfilmpje (ECG) en wordt er een röntgenfoto gemaakt. De pacemaker-technicus controleert uw pacemaker. U kunt dan ook uw eventuele vragen stellen. 

Complicaties

Iedere operatie heeft risico’s. Bij deze operatie kan 1 van de volgende complicaties ontstaan:

  • Bloeduitstorting of nabloeding lies 
    Via een buisje in de lies wordt de pacemaker ingebracht. U kunt dan een bloeduitstorting in de lies krijgen. Soms blijft de lies nabloeden na het verwijderen van het drukverband. Het drukverband blijft dan iets langer zitten.
  • Bloeding 
    Tijdens het inbrengen van de pacemaker kan er per ongeluk door de hartkamerwand heen wordt geprikt. Door het gaatje kan er bloed in het hartzakje lekken. Hierdoor kan het hart moeilijker pompen. Dit heet tamponade. Dit is een zeer zeldzame complicatie. Een tamponade herstelt meestal vanzelf. Soms is het nodig om het bloed weg te zuigen via een naald of drain. 
  • Dislocatie pacemaker
    Als de pacemaker losraakt van de wand van het hart, moet deze opnieuw geplaatst worden.
    Deze complicatie komt zelden voor. 

Naar huis

Meestal blijft u 1 nacht in het ziekenhuis. De arts bespreekt met u wanneer u weer naar huis kunt. U mag nog niet zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer. Vraag of iemand u naar huis brengt. 

Adviezen voor thuis

  • Doe het in de eerste 3 dagen na de implantatie rustig aan. U mag zich niet inspannen; niet fietsen, niet autorijden, niet sporten. Zo heeft u minder kans op een bloeduitstorting in de lies.
  • Na 3-4 dagen mag u weer autorijden. 
  • Na 2 weken mag u weer sporten.
  • Na 4 weken mag u alles weer doen.

Zo gaat het verder

Ongeveer 2 weken na de implantatie heeft u een afspraak op de polikliniek Cardiologie voor wondcontrole en controle van Micra pacemaker. De instellingen van de pacemaker kunnen dan zo nodig worden bijgesteld. U komt daarna gemiddeld 1 tot 2 keer per jaar naar OLVG voor controle van uw Micra pacemaker. 

Pacemaker-pas 

Na de implantatie krijgt u een pacemaker-pas. Op deze pas staat in code welke pacemaker u heeft, waarom u een pacemaker heeft en waar u de pacemaker heeft gekregen. Draag het pasje altijd bij u, ook in het buitenland. 

Pacemaker en rijbewijs

De pacemaker heeft geen gevolgen voor uw rijbewijs. Wij adviseren om de eerste week na de implantatie geen auto te rijden. Dit heeft te maken met het herstel van uw lies. 

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere ingreep heeft risico’s. Bij het plaatsen van een pacemaker bestaat een kleine kans op een ontsteking of een bloeding in de lies.

Bel meteen de polikliniek Cardiologie als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • Meer dan 38,5 graden koorts.
  • U denkt dat de wond ontstoken is. De wond is rood en warm of de plek om de wond is dik. Er kan ook pus uit de wond komen.
  • Als de lies gaat bloeden of plots erg opgezwollen raakt.
  • Als u erg kortademig of benauwd bent.

Bel bij twijfel altijd met de polikliniek. 

 

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Cardiologie, locatie Oost, P2
020 599 30 32 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Shortstay afdeling Cardiologie, locatie Oost, A4
020 599 22 09 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Verpleegafdeling Cardiologie, locatie Oost, B4
020 599 24 03 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)  

Eerste Harthulp (EHH), locatie West, route 36
020 510 81 38 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Hartcentrum van OLVG. Laatst gewijzigd: