Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Zo ontstaat het
Bij kinderen die goed zien, komen beelden precies goed het oog binnen. Dit gebeurt via het netvlies. Soms is de oogbol van uw kind te lang. Beelden komen dan niet goed het oog binnen. Uw kind kan dichtbij dan wel scherp zien, maar ver weg niet. Dat heet bijziendheid. Bijziendheid ontstaat meestal bij kinderen tussen de 6 en 12 jaar.
Soms is er een grotere kans op bijziendheid. Bijvoorbeeld:
- Het kind heeft 1 of 2 bijziende biologische ouders.
- Een kind speelt weinig buiten.
- Een kind kijkt veel op een beeldscherm.
- Een kind leest veel.
Behandeling
De arts kan uw kind een bril voorschrijven. Met een bril kan uw kind veraf weer scherp zien.
Er zijn verschillende manieren om te zorgen dat bijziendheid niet snel erger wordt:
- Zorg dat uw kind de bril de hele dag draagt. Ook bij het lezen of van dichtbij naar iets kijken.
- Volg de 20-20-2 regel. De 20-20-2 regel betekent: na 20 minuten dichtbij kijken 20 seconden pauze en minimaal 2 uur per dag buiten zijn.
- Veel buiten zijn. Licht is buiten sterker dan binnen. Licht is goed voor de ogen. Elke dag minimaal 2 uur buiten spelen maakt de kans op bijziendheid kleiner.
Als de bijziendheid toch snel erger wordt, zijn er nog andere mogelijkheden:
- Speciale contactlenzen. Een voorbeeld is een ortho-k lens: een contactlens die uw kind ’s nachts draagt. Een ander voorbeeld is een MiSight®-lens: een speciale contactlens die uw kind overdag draagt.
- MiYOSMART brillenglazen. MiYOSMART brillenglazen zijn special gemaakt voor mensen die erg bijziend zijn.
- Atropine oogdruppels. Atropine oogdruppels kunnen de kans dat uw kind snel slechter gaat zien verlagen. Het gebruik van atropine oogdruppels is veilig.
Risico’s erge bijziendheid
- Bij erge bijziendheid wordt het netvlies steeds dunner. Een gevolg kan zijn dat het netvlies slijt of loslaat. Een ander gevolg kan zijn dat de oogzenuw beschadigt. Dit heet glaucoom. Deze gevolgen zijn niet allemaal goed te behandelen.
- Erge bijziendheid kan zo erg worden dat iemand nog maar 30 procent ziet. Dit komt bij 1 op de 3 mensen voor.
Aandoeningen
Behandelingen
Contact
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Oogheelkunde, locatie Oost, P3
020 510 88 87 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
oogheelkunde@olvg.nl
Polikliniek Oogheelkunde, locatie West, route 2
020 510 88 87 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
oogheelkunde@olvg.nl
Polikliniek Oogheelkunde, locatie Spuistraat
020 510 88 87 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
oogheelkunde@olvg.nl
De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Oogheelkunde van OLVG.
Laatst gewijzigd:
