Meer informatie over MijnOLVG
In MijnOLVG kunt u uw persoonlijke gegevens van OLVG inzien en beheren. U kunt bijvoorbeeld uw afspraken bekijken, onderzoeksuitslagen inzien en korte vragen stellen.
Lees verder
Het inbrengen van de thoraxdrain wordt door de longarts gedaan. De huid wordt gedesinfecteerd (schoongemaakt). Hierna volgt een injectie voor plaatselijke verdoving. De borstkas wordt afgedekt met steriele doeken. Vervolgens wordt via een kleine snede in de huid de drain tussen de ribben door ingebracht. Het uiteinde van de drain komt precies tussen de 2 vliezen waar nu lucht of vocht zit in plaats van een vacuüm. De drain wordt vastgehecht aan de huid en afgeplakt om te voorkomen dat deze verschuift. De drain wordt aangesloten op een pleurevac (afzuigsysteem).
De longen zijn omgeven door het longvlies. Ook de binnenkant van de borstkas is omgeven door een vlies, namelijk het borstvlies. Normaal glijden deze vliezen soepel langs elkaar. De long is een elastisch orgaan, dat de neiging heeft samen te vallen. In de borstkas is een negatieve druk, waardoor de long ontplooit blijft. Als deze negatieve druk wegvalt, klapt de long in. Dit gebeurt door een gaatje in het longvlies. Oorzaken hiervoor zijn een ongeluk of een complicatie van beademing of prikken van een centrale lijn. Door de lucht tussen de vliezen af te zuigen, kan de long zich weer ontplooien. Het afzuigen van de lucht gebeurt door middel van de thoraxdrain.
Het kan ook zijn dat een thoraxdrain geplaatst wordt, omdat er veel vocht rondom de longen zit. Dit vocht noemen we pleuravocht. Als er vocht zit tussen de longvliezen van de long en de borstwand, kunnen de longen zich niet meer voldoende met lucht vullen. Dit veroorzaakt onder ander benauwdheid, hoestklachten en/of pijnklachten. Via de thoraxdrain wordt dit vocht afgevoerd.
U wordt opgenomen in het ziekenhuis en bent beperkt in uw mobiliteit. Soms wordt er na het onderzoek nog een longfoto gemaakt om te beoordelen of deze op de juiste plek zit.
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Longgeneeskunde.