home

Tetanus : informatie en vaccinatie

Tetanus wordt veroorzaakt door een bacterie. Als deze bacterie in een open wond komt, kunt u erg ziek worden of overlijden. U moet dan zo snel mogelijk behandeld worden. De bacterie komt voor in straatvuil, roest, aarde, uitwerpselen en stof. Ook door een dierenbeet kunt u deze ziekte krijgen. Tetanus noemen we ook kaakklem of wondkramp.
Thuisarts logo Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl

Wat is tetanus?

Tetanus (wondkramp) is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de tetanusbacterie. De bacterie kan in het lichaam komen via een wond waar vuil in is gekomen, zoals straatvuil, mest of aarde. U kunt de bacterie ook oplopen via een brandwond of een dierenbeet.

Mensen kunnen elkaar niet besmetten.

Tetanus is een ernstige ziekte, waar vroeger veel mensen aan stierven. Omdat in Nederland bijna alle mensen als kind tegen tetanus worden ingeënt, komt het hier gelukkig bijna niet meer voor. In landen met slechte medische voorzieningen komt tetanus vaker voor. 

Bent u niet (volledig) ingeënt en heeft u de tetanusbacterie opgelopen? Dan wordt u meestal binnen 3 weken ziek. Van tetanus kunt u ernstige spierkrampen, slikklachten en ademhalingsproblemen krijgen. U moet zo snel mogelijk behandeld worden.

Zonder behandeling kunt u door tetanus overlijden.

Inenting tegen tetanus bij kinderen

Kinderen worden in het eerste levensjaar 3 keer tegen tetanus ingeënt, de eerste keer als ze 3 maanden zijn. De prik tegen tetanus (T) zit samen met de prik tegen difterie (D), kinkhoest (K) en polio (P) in de DKTP-prik. Deze prikken worden op het consultatiebureau gegeven.

Elke prik helpt uw kind aan een betere bescherming. Na 3 prikken (gegeven bij 3, 5 en 11 maanden) zijn kinderen beschermd tegen tetanus. De vervolgprikken (4 jaar en 9 jaar) zorgen voor een langere bescherming. De prik tegen tetanus bij 9 jaar zit samen met de prik tegen difterie en polio in de DTP-prik.

Als u als kind alle prikken tegen tetanus volgens het schema gekregen heeft, geeft dit een zeer goede bescherming van zeker 10 jaar. Dat is dus tot en met de leeftijd van 19 jaar. De inenting beschermt dus niet voor de rest van uw leven.

Wanneer heb ik kans op tetanus?

Wonden

U heeft kans op tetanus, als u een wond heeft opgelopen waar (mogelijk) vuil in zit. Het gaat om deze wonden:

  • snij- of schaafwond waar straatvuil, aarde of mest in kan zitten
  • dierenbeet
  • diepe brandwond (tweede- of derdegraads)
Verre reis

Gaat u een verre reis maken en is het langer dan 10 jaar geleden dat u bent ingeënt tegen tetanus? Dan kan het verstandig zijn om opnieuw een prik te laten zetten. Neem hierover contact op met de GGD of uw huisarts.

Werk

Er zijn beroepen met een grotere kans op besmetting met tetanus. Voor mensen met zo'n beroep is het verstandig om zich elke 10 jaar opnieuw te laten inenten. Het gaat om deze beroepen:

  • dierenartsen en vee-artsen
  • hoveniers
  • land- en tuinbouwers
  • veetelers
  • vuilnisophaalmedewerkers
  • mensen die veel met paarden werken

Adviezen bij een wond

Schoonmaken van de wond

Heeft u een schaaf- of snijwond waar aarde, straatvuil of mest in is gekomen? Spoel de wond dan goed schoon met kraanwater.
Gebruik geen zeep of ontsmettingsmiddel (dus ook geen jodium, soda of biotex). Is er geen water om mee te spoelen? Dan is een ontsmettingsmiddel, zoals jodium, wel beter dan niets.

Bent u gebeten door een dier of mens? Spoel de bijtwond goed uit onder de kraan met lauw water. Dek een grote wond na het uitwassen af, bijvoorbeeld met een schoon verband of een schone doek.

Heeft u een brandwond? Koel dan direct 10 tot 20 minuten met lauw stromend kraanwater. Laat kleding alleen zitten als die aan de wond plakt en moeilijke loskomt.

Tetanusprik nodig?

Neem contact op met de huisarts om uw wond te laten bekijken. De arts zal dan ook nagaan of en wanneer u tegen tetanus bent ingeënt. 

U heeft geen prik tegen tetanus nodig:

  • als u als kind alle prikken tegen tetanus heeft gehad én
    • jonger bent dan 20 jaar óf
    • minder dan 10 jaar geleden nog eens tegen tetanus bent ingeënt.

U heeft ook geen prik tegen tetanus nodig bij:

  • een schone wond
  • een eerstegraads brandwond (zonder blaren)
  • een klein tweede- of derdegraads brandwondje

In andere gevallen: bel uw huisarts. U heeft mogelijk een of meer prikken nodig. 

Het is het beste als u de inenting(en) zo snel mogelijk na de verwonding krijgt. Als dat niet gebeurd is, laat het dan toch nog doen. Het inenten kan tot uiterlijk 3 weken na de verwonding.

Het tetanusvaccin

Kinderen

Kinderen krijgen de tetanusinenting in een combinatieprik: de eerste inentingen zijn met de DKTP-prik, op oudere leeftijd krijgen ze de DTP-prik.

Wonden, verre reis, werk

Als u opnieuw een tetanusprik nodig heeft, kan weer de DTP-prik gegeven worden of een 'losse' tetanusprik. Er wordt meestal gekozen voor de DTP-prik. Deze prik beschermt namelijk ook tegen difterie (D) en polio (P). Verder zit er in de DTP-prik geen thiomersal. In het losse tetanusvaccin zit dit wel. Thiomersal is een conserveermiddel waar kwik in zit. Er is geen bewijs dat thiomersal schadelijk is tijdens de zwangerschap. Toch krijgen zwangeren die tegen tetanus moeten worden ingeënt vaak de DTP-prik.

Meer informatie over tetanusvaccinaties

Meer informatie over tetanus vindt u bij het RIVM en in de LCI-richtlijn Tetanus.

De informatie over tetanus is gemaakt met de richtlijn voor huisartsen over Tetanusprofylaxe

Thuisarts logo De informatie die hierboven staat komt van Thuisarts.nl en is 6 sep 2018 nog aangepast.

Zo gaat het verder

Als u een wond heeft, beslist u samen met de arts of u een tetanusvaccinatie neemt.

Heeft u meer dan 10 jaar geleden een tetanusvaccinatie gehad?

Dan krijgt u alleen een herhaling van de vaccinatie.
U hoeft dus niet meer terug te komen voor volgende vaccinaties.

Heeft u nog nooit een tetanusvaccinatie gehad?

Dan zijn u 3 vaccinaties nodig om beschermd te zijn tegen tetanus.
Na de vaccinatie kan uw arm wat pijn doen. Dit duurt een paar dagen en gaat vanzelf weg.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Bel dan uw huisarts.
Op werkdagen na 17.00 uur of in het weekend belt u de huisartsenpost.
Alleen met klachten die echt niet kunnen wachten belt u de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Spoedeisende Hulp van OLVG. Laatst gewijzigd:

Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.