OLVG

Telemetrische monitoring van uw hartritme : controleren en monitoren hartritme

Met telemetrie is het mogelijk om uw hartritme te controleren en te monitoren. Telemetrie betekent meten op afstand. Bij telemetrie-monitoring draag u een klein apparaatje in een zakje op uw borst. Hierdoor kan uw verpleegkundige uw hartritme dag en nacht in de gaten houden. U blijft tijdens de telemetrie-monitoring in het ziekenhuis.

Over telemetrie-monitoring

Bij telemetrie-monitoring houdt uw verpleegkundige dag en nacht uw hartritme in de gaten.

Er zijn verschillende redenen waarom telemetrie-monitoring nodig kan zijn zoals:

Aandoening

  • ritmestoornis, geleidingsstoornissen
  • hartinfarct, pijn op de borst 
  • endocarditis, myocarditis, pericarditis
  • elektrolytstoornis
  • intoxicatie
  • bewustzijnsverlies
  • externe pacemaker
  • vochtophoping hartzakje

Na behandeling hartkatheterisatiekamer

  • ablatie
  • Transcatheter Aortic Valve Implantation (TAVI)
  • pacemaker of ICD implantatie
  • percutane coronaire interventie (PCI)

Na cardiothoracale operatie

  • vervangen aortaklep, mitralisklep of tricuspidalisklep
  • operatie aortaboog

Zo gaat de telemetrie-monitoring

Tijdens de telemetrie-hartbewaking draagt u 24 uur per dag een telemetriekastje dat uw 
hartritme meet.

  • Het telemetrie kastje mag niet nat worden. Overleg altijd met uw verpleegkundige of u mag douchen. Doe de deur van de badkamer of toilet niet op slot. In een noodsituatie moet de verpleegkundige direct bij u kunnen zijn. Op de buitenkant van de deur zit een schuifje. Via dit schuifje laat u weten dat de badkamer of toilet bezet is. 
  • U krijgt een infuusnaaldje in uw arm. Dit heet een venflon. Via de venflon kan zo nodig snel medicatie via het bloedvat gegeven worden. 
  • Het kabeltje kan losraken, bijvoorbeeld tijdens uw slaap of als u zich wast. De verpleegkundige plakt dan het kabeltje opnieuw vast.
  • Het apparaatje heeft een beperkt bereik. Daarom moet u tijdens het onderzoek op de verpleegafdeling blijven. 
  • Een verpleegkundige zal de batterij regelmatig verwisselen.  

Als u klachten krijgt of zich niet lekker voelt, waarschuw dan meteen de verpleegkundige. De verpleegkundige overlegt met de arts of een hartfilmpje nodig is.

Uw persoonlijke situatie bepaalt of u telemetrie-bewaking klasse 1 of klasse 2 nodig heeft. De artsen en verpleegkundigen beoordelen wanneer de telemetrie monitoring kan stoppen. 

Telemetrie-bewaking klasse 1

  • Uw hartritme moet altijd te zien zijn op de monitor. 
  • U mag alleen na toestemming van de arts zelfstandig over de afdeling lopen. 
  • U verlaat de verpleegafdeling alleen voor een onderzoek of een operatie. U krijgt dan extra hartbewaking.

Uw arts en verpleegkundigen houden goed in de gaten hoe lang u telemetrie-monitoring klasse 1 nodig heeft. En wanneer u telemetrie-bewaking klasse 2 kunt krijgen.

Telemetrie-bewaking klasse 2

  • U mag zelfstandig uw kamer verlaten.
  • U mag alleen na toestemming van de verpleegkundige onder de douche. 

Vragen & contact

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Hartcentrum. 

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Hartcentrum van OLVG. Laatst gewijzigd: