Inloggen met DigiD
Download de MijnOLVG-app in de App Store of Google Play Store of ga naar www.mijnolvg.nl. Log daarna eenvoudig in met uw DigiD.
Aan de volgende dingen kunt u merken dat het levenseinde dichterbij komt. De stervende:
Sterven kan snel gaan (in uren) of heel geleidelijk (in dagen of weken).
Een stervende heeft meestal weinig of geen behoefte meer aan eten en drinken. Hij of zij kan snel vermageren. De wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen. Dit is natuurlijk en hoort bij het sterven.
Bij het sterven gaat iemand onregelmatig ademhalen. De ademhaling stopt soms en komt daarna met een diepe zucht weer op gang.
De tijd tussen de ademhalingen wordt langer en langer, soms wel een halve minuut.
De stervende krijgt het daarbij niet benauwd. Het gezicht ziet er ook rustig uit.
Er kan meer slijm in de keel blijven zitten. Dat komt omdat het automatische hoesten en slikken minder goed werkt. Door het slijm zijn er geluiden bij het ademhalen. U denkt misschien dat uw naaste dan benauwd is of zelfs bijna stikt. Maar hij/ zij heeft er zelf geen last van.
De pauzes in de ademhaling worden steeds langer. Uw naaste haalt steeds minder diep adem. Ten slotte is er de laatste adem, in veel gevallen een zuchtje na een (heel) lange stilte.
Het lichaam zorgt dat het bloed zo lang mogelijk naar het hart en de longen blijft stromen. Daardoor krijgen de handen, armen, voeten, benen en neus minder bloed. Ze kunnen koud aanvoelen.
Op de benen kunnen paarsblauwe vlekken ontstaan.
Het gezicht wordt bleker, bij de laatste ademhaling helemaal bleek (doodsbleek).
Na de dood wordt dit weer normaler. Daardoor lijkt iemand een paar uur nadat hij is overleden weer meer op zichzelf.
Een stervende is minder vaak en minder lang wakker. Hij/zij lijkt zich steeds meer terug te trekken uit het leven.
U kunt merken dat uw naaste niet meer alles begrijpt van wat u zegt. Waarschijnlijk hoort uw naaste u wél, tot op het laatst.
Voor het overlijden is uw naaste steeds minder wakker. In de laatste uren glijdt de stervende in een diepe slaap of coma.
Een stervende kan zich ineens anders gaan gedragen. Hij kan anders uit zijn ogen kijken, onrustig en verward zijn. Dit noemen we een delier.
Dit kan voorkomen in de laatste levensdagen en vooral in de laatste uren.
Het lijkt alsof de stervende van alles beleeft of ziet. Vaak maakt de stervende kleine bewegingen met de hand, alsof hij iets wil plukken of aanwijzen.
Als het sterven dichtbij is, kunt u gaan waken: om de beurt of samen dag en nacht bij de stervende aanwezig zijn.
Waken kan een tijd zijn om afscheid te nemen.
Voor sommige mensen is dit het moment voor een ziekenzalving. Anderen branden een kaars, luisteren naar muziek of lezen iets voor.
De tijd lijkt in deze fase vaak stil te staan. Het overlijden kan lang op zich laten wachten.
Het waken kan een waardevolle tijd zijn. Tegelijk kan het ook vermoeiend zijn.
Kinderen voelen vaak aan dat er iemand dood gaat. Soms willen ouders kinderen weghouden bij ziekte en de dood. Maar dat is niet nodig.
Kleine kinderen kunnen spontaan met de situatie omgaan. Dat kan het voor de stervende en uw naasten lichter maken.
Rouwen is voor veel mensen een intense en moeilijke periode in hun leven. Geef uzelf tijd. Herinneringen kunnen u helpen bij de verwerking van uw verlies, bijvoorbeeld door foto's uit te zoeken of herinneringen op te schrijven.
De tekst over sterven is gebaseerd op de folder ‘De Stervensfase’ van het IKNL.
U kunt helpen bij de lichamelijke verzorging van uw naaste. Bespreek dit met de zorgverlener van uw naaste.
Als u hiervoor materiaal nodig heeft, zoals een nat gaasje, luiers of matjes, krijgt u dit van de zorgverlener in het ziekenhuis.
U kunt altijd steun krijgen van de Dienst Geestelijke Verzorging. Een geestelijk verzorger kan naar de kamer van uw naaste komen. U kunt ook naar de kapel of gebedsruimte gaan.
U kunt bij uw naaste op de kamer slapen. Er is een bed voor 1 persoon.
Op de afdeling is er gratis koffie, thee en water. U kunt dit aan een zorgverlener vragen. U kunt zelf eten meenemen of kopen in het ziekenhuis.
Ook na het overlijden van uw naaste kunt u nog praten met de behandelend arts. Bel hiervoor de polikliniek.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Team Ondersteunende en palliatieve zorg, locatie Oost
020 599 22 92 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15)
palliatiefteam@olvg.nl
Team Ondersteunende en palliatieve zorg, locatie West
020 510 83 01 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15)
palliatiefteam@olvg.nl
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.