home

Overlijden van een naaste : wat u kunt verwachten

Als een naaste gaat overlijden, kan dat ook voor u een moeilijke tijd zijn. U kunt in deze laatste fase veel bij uw naaste zijn. Ook kunt u helpen met de verzorging. In het ziekenhuis krijgt u steun van zorgverleners en geestelijke verzorging.
Thuisarts logo Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl

Veranderingen als iemand gaat sterven

Aan de volgende dingen kun je merken dat het einde van iemands leven dichterbij komt:

  • Iemand die aan het sterven is, eet en drinkt steeds minder.
  • De persoon wordt slaperiger en reageert minder.
  • De ademhaling wordt onregelmatig en stopt af en toe.
  • De huid wordt koud. 

Sterven kan snel gaan: in uren. Of langzamer: in dagen tot een week. 

Adviezen bij minder zin in eten en drinken

Iemand die sterft heeft meestal weinig of geen zin meer in eten en drinken. Je naaste voelt geen honger of dorst. En kan snel mager worden. De wangen worden dunner, de neus wordt puntiger en de ogen komen dieper te liggen. Dit is natuurlijk en hoort bij het sterven.

  • Probeer niet om toch eten en drinken te geven. 
    Dit is niet prettig voor je naaste. Het kan ervoor zorgen dat die zich verslikt of misselijk wordt.
Plassen

Als iemand weinig drinkt, plast die ook weinig. De blaas werkt vaak minder goed. 
Het lukt daarom soms niet meer om de plas op te houden. 

  • Luiers en matjes kunnen dan helpen om de plas op te vangen.
  • Je naaste kan ook een slangetje naar de blaas krijgen om de plas op te vangen: een blaas-katheter. Hier kan de thuiszorg of huisarts voor zorgen.

De ademhaling verandert

Bij het sterven verandert de ademhaling. Er kan meer slijm in de keel blijven zitten. Dat komt omdat het automatische hoesten en slikken minder goed werkt. Door het slijm zijn er geluiden bij het ademhalen. Je denkt misschien dat iemand dan benauwd is of zelfs bijna stikt. Maar de stervende heeft er zelf geen last van.

De ademhaling stopt soms en begint daarna met een diepe zucht weer. Er zit steeds meer tijd tussen de ademhalingen, soms wel een halve minuut. De persoon krijgt het niet benauwd. Het gezicht ziet er ook rustig uit. 
De pauzes in de ademhaling worden steeds langer. Iemand die sterft haalt steeds minder diep adem. Tot de laatste adem. Dat is vaak in een zucht na een lange stilte.

Minder bloed naar de huid

Het lichaam zorgt dat het bloed zo lang mogelijk naar belangrijke organen stroomt, zoals het hart en de longen. 
Daardoor krijgen de handen, armen, voeten, benen en neus minder bloed.

  • Ze kunnen koud aanvoelen.
  • Op de benen kunnen paars-blauwe vlekken komen.
  • Het gezicht wordt bleker of grijzer. En bij de laatste ademhaling helemaal bleek bij een lichte huid. Bij een donkere huid wat grijzer.
    Na de dood wordt dit weer normaler. Daardoor lijkt iemand een paar uur nadat die is overleden weer meer op zichzelf.

Onrustig en in de war

Iemand die sterft kan opeens onrustig en in de war zijn. Het lijkt misschien alsof die van alles beleeft of ziet. Vaak maakt die kleine bewegingen met de hand, alsof iemand iets wil plukken of aanwijzen.
Dit is een delier. Een delier kan komen in de laatste dagen en vooral in de laatste uren van het leven.

Hoe kun je hiermee omgaan?

  • Je kunt steun geven door rustig aanwezig te zijn.
  • Probeer de beelden die iemand ziet niet tegen te spreken. Geef er geen aandacht aan. Je kunt over iets anders gaan praten. Dat kan helpen.
  • Als iemand veel last van onrust heeft, kan een arts medicijnen geven die iemand rustiger maken.

Steeds minder wakker

Iemand die sterft is minder vaak en minder lang wakker. De persoon lijkt zich steeds meer terug te trekken uit het leven.
Je kunt merken dat iemand niet meer alles begrijpt van wat je zegt. Misschien hoort die je wel, tot op het laatst.

  • Vraag je naaste wat die fijn vindt: niet te veel mensen tegelijk rond het bed of juist wel.
  • Vraag je naaste ook of die wil dat het stil en rustig is. Of dat je naaste het juist fijn vindt als mensen praten. Of dat er muziek is. 
    Ga ervan uit dat je naaste hoort wat mensen zeggen. Je kunt bijvoorbeeld over prettige herinneringen praten.
  • Of iemand aanraken fijn vindt, verschilt per persoon. Ook dat kun je vragen. 

Voor het overlijden is iemand steeds minder wakker. In de laatste uren glijdt iemand vaak in een diepe slaap of coma.

Waken als iemand gaat sterven

Als het einde van het leven dichtbij is, kunnen familie en vrienden waken. Dan zorgen jullie ervoor dat er dag en nacht 1 van jullie bij je naaste is. 

  • Vraag aan je naaste of die dit fijn vindt of niet.
  • Bespreek met elkaar of het mogelijk is voor iedereen. Waken is bijzonder, maar past niet bij iedereen. Bespreek heel goed samen of je dit wel en niet prettig vindt.
  • Bespreek ook met elkaar dat je misschien niet allemaal het moment van overlijden meemaakt. Omdat je ook moet kunnen rusten. En spreek af wanneer je elkaar belt. 

Tijdens het waken kun je zorgen voor een sfeer die past bij de je naaste. Het kan zijn dat je zorgt voor rust en een warme sfeer maakt. Bijvoorbeeld met zacht licht, foto's, door te bidden, zachte muziek op te zetten of iets voor te lezen. Als iemand gelovig is, kunnen gebruiken of rituelen die bij het geloof passen rust geven.
Het kan ook zijn dat iemand het prettig vind om dagelijkse geluiden te blijven horen, zoals televisie, muziek of kletsende mensen. 

Bij iemand waken kan iets fijns en moois zijn, maar ook vermoeiend. De tijd lijkt vaak stil te staan in deze dagen. Het sterven kan lang duren.

  • Zorg er daarom voor dat je om de beurt waakt. Zo kan iedereen ook genoeg rust krijgen.
  • Zorg dat er genoeg hulp is, bijvoorbeeld van een verpleegkundige of verzorgende. Deze zorg kun je via de huisarts of de thuiszorg regelen.  
  • Er zijn ook vrijwilligers die thuis kunnen helpen. Kijk op vptz.nl of hulp bij jou mogelijk is. Soms kan er ook 's nachts een vrijwilliger komen.

Hoe kinderen omgaan met sterven

Kinderen voelen vaak aan dat er iemand doodgaat. Soms willen ouders kinderen weghouden bij ziekte en de dood. Maar dat is niet nodig.

  • Juist in deze situatie is het voor kinderen belangrijk om erbij te horen. Laat kinderen bijvoorbeeld een tekening maken voor de persoon die sterft. Of een brief schrijven met mooie herinneringen.
  • Probeer hun vragen eerlijk te beantwoorden.
    Kinderen hebben veel fantasie. Hun fantasie is vaak enger dan wat er echt gebeurt.
  • Zeg niet tegen kinderen dat iemand die sterft gaat slapen. Kinderen kunnen dan gaan denken dat slapen en doodgaan hetzelfde is. En ze kunnen zelf bang worden om te gaan slapen.

Kleine kinderen kunnen gewoon met de situatie omgaan. Dat kan de situatie lichter maken.

Tips als je zorgt voor iemand die sterft

  • Probeer met je naaste te overleggen wat die prettig vindt en wat niet. Bespreek dat ook met de verpleegkundigen of verzorgenden.
  • Vraag de huisarts en de verpleegkundige gerust om advies: zij kunnen proberen om het sterven zo goed en prettig mogelijk te maken.
  • Schrijf de telefoonnummers op van de huisarts van je naaste en van de huisartsen-spoedpost. Als je naaste overleden is, bel je je huisarts (op werkdagen) of de huisartsen-spoedpost (avond, nacht, weekend). 
  • Maak ook een lijstje met telefoonnummers van de andere mensen die je moet bellen na het overlijden.

Na het overlijden thuis

  • Als je naaste overleden is, kun je rustig de tijd nemen om afscheid te nemen.
  • Bel daarna de eigen huisarts (op werkdagen). In de avond, nacht en het weekend bel je naar de huisartsen-spoedpost. 
    De eigen huisarts of een huisarts die dienst heeft, komt de overledene schouwen. Schouwen betekent dat de huisarts het lichaam onderzoekt om de dood officieel vast te stellen.
  • De huisarts vult de papieren van overlijden in.
  • Daarna kun je de uitvaartverzorger bellen.
  • Als je wilt helpen met de laatste verzorging, kan dat. De thuiszorg of uitvaartverzorger kan je daarbij begeleiden.

Geef jezelf tijd om te rouwen. Herinneringen kunnen je helpen. Zoek bijvoorbeeld foto's uit of schrijf herinneringen op.

Over deze tekst

Artsen en tekstschrijvers van Thuisarts hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn over zorg als iemand sterft en overpalliatievezorg.nl.

Lees wie de informatie op Thuisarts.nl maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.

Thuisarts logo Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.

Als een naaste overlijdt in OLVG

Lichamelijke verzorging

U kunt helpen bij de lichamelijke verzorging van uw naaste. Bespreek dit met de zorgverlener van uw naaste.
Als u hiervoor materiaal nodig heeft, zoals een nat gaasje, luiers of matjes, krijgt u dit van de zorgverlener in het ziekenhuis. 

Geestelijke verzorging

U kunt altijd steun krijgen van de Dienst Geestelijke Verzorging. Een geestelijk verzorger kan naar de kamer van uw naaste komen. U kunt ook naar de kapel of gebedsruimte gaan. 

Bij uw naaste zijn in het ziekenhuis

  • U kunt bij uw naaste zijn in het ziekenhuis. Dit heet waken. 
  • Gaat u met meerdere personen waken? Maak dan een schema. 
  • Laat de arts of verpleegkundige weten wie gebeld kan worden als uw naaste overlijdt. 
  • Als u even naar buiten wilt gaan en er is niemand aan het waken, geef dit dan door aan de verpleegkundige. 

Slapen in OLVG

U kunt bij uw naaste op de kamer slapen. Er is een bed voor 1 persoon.

Eten en drinken

Op de afdeling is er gratis koffie, thee en water. U kunt dit aan een zorgverlener vragen. U kunt zelf eten meenemen of kopen in het ziekenhuis. 

Na het overlijden

  • Als uw naaste is overleden, kunt u rustig de tijd nemen om afscheid te nemen. U mag helpen met de laatste verzorging. 
  • Na het overlijden komt een arts met u praten. De arts bespreekt orgaandonatie met u. Ook kunt u soms laten onderzoeken waarom uw naaste is overleden. Dit heet een obductie. De arts bespreekt dit met u.
  • Binnen 3 uur haalt een medewerker van Cura Mortu Orum Mortuariabeheer (CMO) uw naaste op. CMO is een landelijke organisatie die samenwerkt met OLVG.
  • Neem contact op met uw eigen uitvaartondernemer of een zelfgekozen uitvaartondernemer voor het verdere verloop.
  • Het is ook mogelijk dat uw eigen uitvaartondernemer uw naaste uit het ziekenhuis ophaalt. Dit kan alleen als er overleg is geweest tussen CMO en uw eigen uitvaartondernemer.

Ook na het overlijden van uw naaste kunt u nog praten met de behandelend arts. Bel hiervoor de polikliniek. 

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Team Ondersteunende en palliatieve zorg, locatie Oost
020 599 22 92 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15)
palliatiefteam@olvg.nl 

Team Ondersteunende en palliatieve zorg, locatie West
020 510 83 01 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15)
palliatiefteam@olvg.nl 

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Ondersteunende en palliatieve zorg van OLVG. Laatst gewijzigd:

Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.