LAR-syndroom : klachten na een endeldarmoperatie

Eten gaat via de slokdarm, maag en dunne darm naar de dikke darm. In de darmen verandert het eten in ontlasting. De endeldarm slaat de ontlasting op. De endeldarm geeft een teken wanneer de endeldarm vol zit. U voelt dan dat u naar de wc moet. 
Als een deel van uw endeldarm is verwijderd, geeft de endeldarm niet goed aan wanneer de endeldarm vol zit. U kunt dan klachten krijgen. Dit noemen wij het LAR-syndroom. LAR-syndroom staat voor Low Anterior Resectie-syndroom.  

Klachten door het LAR-syndroom

Hoe erg uw klachten zijn, hangt vaak af van de plaats waar de dikke darm is gehecht. Als de hechting dichter bij de anus zit, heeft u vaak meer klachten. 
Na het verwijderen van een deel van de endeldarm, kunt u de volgende klachten ervaren:

• U voelt niet goed meer of u naar de wc moet. 
• De endeldarm kan minder of geen ontlasting opslaan.
• De kringspier werkt minder goed. De kringspier is een spier van de anus. Als de kringspier minder werkt, kunt u meer ontlasting of windjes verliezen. 
• Na een operatie aan de endeldarm is 3 tot 7 keer per dag ontlasting normaal. Door het LAR-syndroom moet u wel 10 tot 15 keer naar de wc. 
• U moet binnen 2 uur meer dan 1 keer naar de wc. 
• U heeft dunnere ontlasting dan voor de operatie.
• U heeft plotseling sterke drang om naar de wc te gaan. U kunt uw ontlasting niet of moeilijk ophouden. 

De klachten worden 3 tot 6 maanden na de operatie steeds minder. Het volledige herstel duurt tot 2 jaar. Soms verdwijnen de klachten niet helemaal. Vaak moet u vaker naar de wc dan voor de operatie: 3 tot 7 keer per dag ontlasting is normaal

Drinken

• Drink niet meer dan 1,5 tot 2 liter per dag. Neem verschillende soorten dranken:
  • een halve liter heldere dranken zoals koffie, thee en bouillon
  • een halve liter zure melkproducten zoals karnemelk, yoghurt of kwark
  • een halve liter andere dranken
• Als u veel klachten heeft, drink dan een halve liter isotone dranken, zoals sportdranken of kokoswater. Isotone dranken worden sneller in het bloed opgenomen dan water of andere dranken.
• Drink weinig dranken met cafeïne, zoals koffie. Cafeïne laat de darmen samentrekken, waardoor u meer last krijgt van winderigheid. 
• Gebruik geen dranken met koolzuur, zoals cola. Deze dranken zorgen voor meer winderigheid en een opgeblazen gevoel. 
• Gebruik geen dranken met zoetstoffen, zoals frisdrank. Zoetstoffen maken de ontlasting dunner.

Eten

• Eet 5 tot 6 keer per dag een kleine maaltijd.
• Verspreid uw maaltijden goed over de dag.
• Sla geen maaltijden over. Dit maakt de waterige ontlasting erger. U krijgt ook meer last van winderigheid.
• Kauw eten goed. Eet rustig en zonder te praten. Veel praten en snel eten zorgen voor meer winderigheid en een opgeblazen gevoel.
• Eet vezelrijk en zetmeelrijk eten. Bijvoorbeeld: aardappelen, peulvruchten en banaan. Dit zorgt voor dikkere ontlasting en een langzamere werking van de darmen. 
• Eet niet meer dan 3 stuks fruit per dag. Te veel fruit versnelt de werking van uw darmen.
• Gebruik probiotica. Probiotica zijn levende bacteriën die bijvoorbeeld in yoghurtdrankjes voorkomen. Bijvoorbeeld: Bio-flora probiotica, Activia, Hema probiotica tabletten/ druppels, Dr. Vogel Aciforce probiotica. Probiotica is duur en moet langere tijd gebruikt worden voor zichtbaar resultaat. Probiotica wordt niet vergoed door de zorgverzekeraar. 

Overige adviezen

• Stop met roken. Roken zorgt ervoor dat uw darmen vaker samentrekken. Hierdoor krijgt u meer winderigheid.
• Als u last heeft van een branderig gevoel of jeuk bij de anus, gebruik dan na de ontlasting een zacht washandje en water om de huid schoon te maken. Gebruik geen zeep of hard toiletpapier.
• Als de huid bij de anus beschadigd is of pijn doet, kunt u de huid insmeren met een vette crème.
• Zorg dat u goed en passend incontinentiemateriaal heeft. Vaak vergoedt de zorgverzekeraar dit. Bespreek het met uw consulent stomazorg of met uw casemanager.

• Als u na de adviezen toch klachten houdt, kunt u een afspraak maken met de arts of casemanager. U bespreekt welke mogelijkheden er zijn om minder klachten te krijgen. 
• Bekijk ook hoe uw ontlasting eruitziet. Gebruik hierbij de Bristol Ontlastingsschaal. De nummers 3 en 4 zijn normale ontlasting.

U bespreekt met de arts welke behandeling het beste bij uw klachten past. Mogelijke behandelingen zijn:

• Bekkenfysiotherapie en bewegen
• Medicijnen
• Spoelen van de darm

Bekkenfysiotherapie en bewegen

• Oefeningen voor de bekkenbodem in combinatie met dieetadviezen kunnen de sterke aandrang en ongewild verlies van ontlasting verminderen. Vraag bij uw verpleegkundige naar gespecialiseerde fysiotherapeuten bij u in de buurt.
• Het is belangrijk om wel te blijven bewegen. U verbetert uw conditie en bewegen helpt om uw darmen goed te laten werken.
• Doe de eerste 6 weken na uw operatie nog geen krachttraining en contactsport, zoals voetbal. 
• Als een stoma heeft en toch een contactsport of krachttraining wil doen, overleg dan eerst met uw arts wat de mogelijkheden zijn.

Medicijnen

U kunt ook medicijnen krijgen tegen uw klachten. Bijvoorbeeld medicijnen om uw ontlasting dikker of dunner te maken. U bespreekt met de arts welke medicijnen het beste bij uw klachten passen.

Spoelen van de darm

Als uw klachten na 3 tot 6 maanden na de operatie niet verminderen of als u veel last heeft, kunt u darmspoelen proberen. Bij het darmspoelen leegt u de dikke darm. Door elke dag uw darm te spoelen verliest u minder ontlasting en krijgt u minder drang om naar de wc te gaan. De arts of consulent stomazorg geeft u meer uitleg over het spoelen van de darm.