home

Toegekende subsidies 2021

Stichting Wetenschappelijk Onderzoek OLVG stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek dat in OLVG plaatsvindt. Dit zijn de winnaars van 2021.

Angst aan twee kanten van de naald
Hoofdaanvrager: Margreet ter Meer, praktijkbegeleider en dialyseverpleegkundige. €3.000

Veel mensen, van jong tot oud, hebben angst voor prikken. Er is echter nog weinig bekend over het effect van prikken op mensen die langdurig en regelmatig een behandeling met naalden ondergaan.

Een dialysepatiënt wordt voor de behandeling drie keer per week met twee naalden in zijn/haar shunt aangeprikt. De shunt is de levenslijn van de dialysepatiënt en het aanprikken is vaak een stressvolle beleving. Soms is het moeilijk om de shunt aan te prikken. Dat kan dan een uitdaging zijn voor de verpleegkundige en ook die kan hierbij prikangst ervaren.

We gaan onderzoeken of en hoe prikangst de kwaliteit van leven beïnvloedt van de dialysepatiënten. Daarnaast kijken we of prikangst voorkomt bij de dialyseverpleegkundigen in OLVG en of hemodialysepatiënten en dialyseverpleegkundigen elkaar onderling beïnvloeden (positief of negatief) ten aanzien van prikangst.

Nooit meer ‘gips happen’: 3D-geprinte kaakmodellen voor de bepaling van de optimale beet
Hoofdaanvrager: Vera Lagerburg, klinisch fysicus. €9.795

3D printen biedt ontzettend veel mogelijkheden in de zorg. In deze studie willen we uitzoeken of we 3D-modellen van de boven- en onderkaak kunnen printen in plaats van de nu gebruikte gipsmodellen.

Patiënten met ernstige vormafwijkingen van de boven- of onderkaak kunnen een operatie ondergaan om zo de klachten – bijvoorbeeld moeilijkheden in spraak en eten, of ernstige slaapapneu – te verminderen. Een belangrijke uitkomst van operaties aan de onder- en/of bovenkaak is de occlusie: de manier waarop beide kaken op elkaar aansluiten. Ter voorbereiding van de operatie wordt de optimale occlusie bepaald op basis van gipsmodellen van de boven- en onderkaak van de patiënt. Aan de hand van deze modellen kan de kaakchirurg bepalen hoe de tanden van de boven- en onderkaak elkaar moeten gaan raken na de operatie.

De manier waarop deze modellen worden gemaakt, is nog erg ouderwets. De mondhygiënist maakt een afdruk van het gebit. Deze afdruk wordt met gips gegoten. Juist de patiënten die een operatie ondergaan hebben een beugel. Daardoor ervaart de patiënt het maken van deze afdruk als erg vervelend en tegelijkertijd werkt het ook niet optimaal voor de mondhygiënist.

Binnen OLVG hebben we een 3D-printer en een – speciaal voor de tandheelkunde ontwikkelde – 3D-oppervlaktescanner tot onze beschikking. In deze studie willen we uitzoeken of we met de 3D-oppervlaktescan van het gebit, 3D-modellen van de boven- en onderkaak kunnen printen. We willen in kaart brengen in hoeverre de 3D geprinte modellen nauwkeuriger, goedkoper, sneller, comfortabeler en gebruikersonafhankelijk uitvoerbaar zijn ten opzichte van de gipsmodellen.

Centralisatie van de a terme stuitpartus
Hoofdaanvragers: Leonie van Rheenen, gynaecoloog, en Joost Velzel, aios gynaecologie. € 16.137

In Nederland krijgt 4% van alle zwangeren a terme (rond de uitgerekende datum) te maken een stuitligging. Dit gaat gepaard met het dilemma over de wijze van bevallen: een geplande vaginale bevalling of een geplande keizersnede. OLVG is een expertisecentrum op het gebied van vaginale stuitbevallingen. 

In de huidige situatie ontvangen vrouwen de zorg voor een zwangerschap met een kind in stuitligging in hun regioziekenhuis. Onze onderzoeksgroep heeft reeds aangetoond dat er wijdverspreide praktijkvariatie is binnen de zorg omtrent stuitbevallingen en dat een veilige vaginale stuitbevalling niet overal vanzelfsprekend is. Dit resulteert in onnodige keizersneden. Wij gaan onderzoeken of centralisatie van deze zorg de keuzevrijheid bevordert voor vrouwen over de bevalling van hun baby in stuitligging. Hierbij veronderstellen wij dat de zwangere vrouw voor een stuitbevalling beter af is in een expertisecentrum zoals OLVG. [VJ1] 

SNORE-studie: een onderzoek naar de behandeling van slapeloosheidsklachten bij zwangere vrouwen op de POP poli
Hoofdaanvragers: Loran van der Hoeven, klinisch psycholoog i.o., dr. Birit Broekman, psychiater. €32.000

Wij willen onderzoeken of een korte vorm van online psychotherapie slapeloosheidsklachten kan verminderen bij zwangere vrouwen die ook mentale klachten hebben.  

Slapeloosheidsklachten komen veel voor bij zwangere vrouwen. Minder goede slaap is normaal tijdens een zwangerschap. Maar zorgen maken om de slaap, veel moeite hebben met ontspannen en andere slaapgewoonten, kunnen zorgen voor slapeloosheid. Slapeloosheid kan ook leiden tot somberheid, angstklachten en vroeggeboorte. We weten al dat behandeling met psychotherapie voor slapeloosheid via een online zelfhulpprogramma heel goed werkt bij niet zwangeren en mannen van alle leeftijden. De slaap wordt beter en ook nemen somberheid en angstklachten af of verdwijnen helemaal. We weten alleen nog niet of het ook goed werkt bij zwangere vrouwen die voor hun zwangerschap al last hadden van mentale klachten,zoals somberheid en angst.

Patiënten mogen kiezen voor de standaardbehandeling of online slaaptherapie. Voor en na de behandeling meten we met vragenlijsten, een slaaphorloge (actiwatch) en een slaapdagboek.

We verwachten een goed effect van de online slaaptherapie op de slaap en mentale klachten. Als we dit kunnen bewijzen met ons onderzoek, willen we het daarna implementeren op de POP poli. Zo helpen we zwangeren met psychische klachten en slaapproblemen om zich beter te voelen. Dat is belangrijk voor hunzelf, hun gezin en het nageslacht.

Kinesiotape bij acuut traumatisch schouder- of thoraxletsel
Hoofdaanvrager: Mireille Bakker, verpleegkundig specialist. €35.505

Als je je arm of been gebroken hebt, wordt dat vaak behandeld met gips. Gips zorgt ook voor minder pijn. Je ribben of schouder kunnen alleen niet ingegipst worden. Als je die gebroken hebt, krijgt je als patiënt in OLVG pijnstilling en vaak kinesiotape. Kinesiotape is de tape die je ook veel tijdens de Olympische Spelen ziet bij de sporters.
Begin 2021 hebben we op de SEH en gipskamers van OLVG een klein onderzoek gedaan naar het effect van kinesiotape op pijn bij patiënten met traumatisch letsel aan schouder of thorax. Hieruit kwam dat patiënten die kinesiotape hadden gekregen na 4 dagen minder pijn hadden dan de patiënten die geen tape hadden gekregen.

Met de toegekende subsidie hebben we de mogelijkheid om een grotere studie uit te voeren met een interventiegroep, een controlegroep en een placebogroep.  We gaan onderzoeken of het echt de kinesiotape is die voor minder pijn zorgt of dat er sprake is van een placebo-effect. Daarnaast kijken we naar het effect van de tape op de huid, op het gebruik van orale pijnmedicatie en op zelfstandigheid, activiteitenpatroon en verloop van de pijnklachten. En we onderzoeken we het effect van de tape op patiëntcomfort en -tevredenheid.  

OLVG Groeicurve studie bij kinderen met voedselallergie
Hoofdaanvrager: Dr. Berber Vlieg-Boerstra, diëtist onderzoeker Kindergeneeskunde. €48.575

Uit een eerder internationaal onderzoek waar OLVG aan meedeed met een klein aantal kinderen, hebben wij aanwijzingen dat de groei van kinderen met voedselallergie achterblijft. Ook internationaal laten cijfers zien dat een meer dan gemiddeld aantal kinderen met voedselallergie te klein is. De groei-afbuiging zou al in het eerste levensjaar ontstaan en inhaalgroei zou niet meer optreden. Het ontbreekt echter aan Nederlandse gegevens.

Daarom zijn wij in OLVG vorig jaar begonnen met de OLVG Groei studie. Hierin brengen we bij 170 kinderen, die de poli kinderallergologie bezoeken of een voedselprovocatie ondergaan, lengte en gewicht en een aantal risicofactoren in kaart. Ook bepalen we calprotectine in de ontlasting als maat voor ontstekingen in de darm. Veel kinderen met voedselallergie hebben namelijk last van chronisch allergische ontstekingsziekten, zoals eczeem en astma. Tenslotte onderzoeken we bij 60 kinderen de voedingsinname (kCal en voedingsstoffen).

Deze subsidie hebben wij ontvangen voor het vervolg op de OLVG Groei studie: de OLVG Groeicurve studie. In deze studie onderzoeken we, aan de hand van groeicurves van de kinderen die meededen aan de OLVG Groei studie, hoe het groeibeloop is geweest vanaf de geboorte en wanneer en bij welke risicofactoren eventuele groei-afbuiging is ontstaan. Ook onderzoeken we de samenstelling van het darmmicrobioom (darmflora) in de ontlasting in relatie tot de groei.

Met deze gegevens weten we of kinderen in Nederland met voedselallergie inderdaad minder goed groeien, hopen we afbuigende groei bij allergie eerder te kunnen signaleren en de zorg voor deze kinderen te verbeteren.

Concentration based dosing of oncolytic biologics – (PD-1 Studie)
Hoofdaanvragers: dr. Eric Franssen, ziekenhuisapotheker, Fenna de Vries, projectapotheker. €45.340

De afgelopen jaren zijn er enorm veel effectieve, nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld om kanker te behandelen. Een van deze nieuwe geneesmiddelen is pembrolizumab. Doordat pembrolizumab selectief de tumor aanvalt, ervaren patiënten relatief weinig toxische bijwerkingen. Hierdoor is het mogelijk iedere patiënt met dezelfde dosering te behandelen. Het is echter de vraag of deze standaarddosering wel de beste behandelstrategie is. De standaarddosering gaat namelijk gepaard met veel ziekenhuisbezoeken. Die vormen een belasting voor de patiënt en leiden tot hoge kosten die druk leggen op het betaalbaar houden van de zorg.

Daarom gaan wij tijdens dit onderzoek meten hoeveel pembrolizumab bij longkankerpatiënten in het bloed aanwezig is. Met deze data willen wij een computermodel bouwen, waardoor het mogelijk gaat worden iedere patiënt met een gepersonaliseerde dosering te behandelen. Hierdoor hoeft de patiënt alleen naar het ziekenhuis te komen als de hoeveelheid pembrolizumab in het bloed in de buurt komt van de vastgestelde drempelwaarde. Dit verlaagt de belasting voor de patiënt, bespaart kosten en stimuleert het doelmatig omgaan met dure geneesmiddelen zonder de effectiviteit van pembrolizumab in het geding te brengen.

Reducing Pain and Anxiety with Virtual reality at the Emergency department (REPAVE-trial)
Hoofdaanvrager: Sabhat Akhtar, anios SEH. €9646

Pijn ten gevolge van traumatisch letsel (zoals breuken, luxaties en wonden) is een veelvoorkomende probleem op de Spoedeisende Hulp. Onvoldoende pijnbestrijding kan resulteren in een traumatische ervaring met toename van pijn, angst en verminderde patiënttevredenheid. Een virtual reality bril biedt afleiding, doordat de bril de patiënt verplaatst in een virtuele 3D-wereld. Op een drukke Spoedeisende Hulp kan de VR-bril een oplossing bieden voor angstige en pijnlijke patiënten die een behandeling moeten ondergaan na traumatisch letsel. Met de verkregen subsidie gaan wij onderzoeken of een VR-bril de pijn en angstbeleving vermindert bij zowel kinderen als volwassenen op de Spoedeisende Hulp.

Predicting neonatal hypoglycemia: development of a prediction model to reduce painful procedures and shorten hospital stay in newborn infants at risk for neonatal hypoglycemia
Hoofdaanvrager: Anne van Kempen, kinderarts-neonatoloog, Hannah Hoeben, arts-onderzoeker kindergeneeskunde. €50.000

Bij ongeveer 30% van alle pasgeborenen moet na de geboorte bloed worden afgenomen om het suikergehalte (glucose) te controleren. Deze controle kan niet in de thuissituatie gebeuren. Dit betekent dat deze pasgeborenen in de eerste 12-24 uur na geboorte elke 3 tot 6 uur een hielprik moet ondergaan in het ziekenhuis. Dit terwijl maar ongeveer de helft van deze kinderen daadwerkelijk een te laag glucose blijkt te hebben. Tot nu toe is het nog niet goed mogelijk om  te voorspellen welk kind  een te laag glucose zal krijgen.

Met behulp van medische gegevens van pasgeborenen in OLVG en verschillende andere ziekenhuizen, zal in dit project een model worden gemaakt waarmee voorspeld kan worden welke kinderen daadwerkelijk een te laag glucose zullen krijgen. Dit kan belangrijke winst opleveren voor het kind en de ouders, namelijk minder pijnlijke hielprikken voor het kind en sneller naar huis. Daarnaast kan er winst zijn voor de organisatie, omdat verkorting van de opnameduur gunstig is voor de hoge druk op de opnamecapaciteit op de kraam- en neonatologie-afdeling.