Uw dossier online inzien?
In MijnOLVG kunt u uw persoonlijke gegevens van OLVG inzien en beheren. U kunt bijvoorbeeld uw afspraken bekijken, onderzoeksuitslagen inzien en korte vragen stellen.
Lees verder
Bij scheelzien werken het linkeroog en het rechteroog niet goed samen. Elk oog beweegt via 6 oogspieren. Gewoonlijk staan beide ogen op hetzelfde punt gericht en is er samenwerking tussen de ogen. De oogspieren zorgen voor dit evenwicht. Soms wordt dit evenwicht verstoord en wijkt een oog af. Het afwijkende oog kan naar buiten, naar binnen en/ of naar boven of beneden zijn gericht. Dit heet scheelzien ofwel strabismus. Bij jonge kinderen kan het een lui oog veroorzaken.
De oorzaak van het scheelzien is niet altijd bekend. Erfelijkheid speelt vaak een rol. Het scheelzien kan vanaf de geboorte al aanwezig zijn. Het kan ook later ontstaan, bijvoorbeeld na een infectieziekte of een ongeval.
Vaak is er een verband tussen scheelzien en verziendheid (plus-sterkte). Bij verziendheid moeten de ogen zich extra inspannen om scherp te zien. Deze extra inspanning kan leiden tot scheelzien. Het afwijkende oog is dan naar de neus gericht.
Meestal verwijst de oogarts, huisarts of de arts van het consultatiebureau naar de orthoptist. Een orthoptist onderzoekt:
Bij verziendheid kan een bril vaak de oogstand verbeteren. Verbetert een bril het scheelzien niet of onvoldoende? Dan is een operatie nodig om de oogstand te verbeteren.
Behandeling lui oog
Een lui oog is een oog wat niet goed is ontwikkeld qua zicht. Dit komt bijvoorbeeld doordat het oog scheel kijkt. Een lui oog kan ongeveer tot het tiende levensjaar behandeld worden. Mogelijke behandelingen van een lui oog:
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Oogheelkunde.