OLVG

Wereld Diabetesdag: 'Diabetespatiënt maakt dagelijks 180 extra beslissingen'

Verpleegkundig Specialist Cis Rieke

In OLVG behandelen we jaarlijks 2500 diabetespatiënten en werken we met de nieuwste technologieën. In dit artikel interviewen we verpleegkundig specialist Cis Rieke, die sinds 2003 betrokken is bij de zorg voor diabetespatiënten in OLVG. Ze vertelt over de ontwikkelingen in de zorg, de rol van technologie, en de uitdagingen in de behandeling van diabetes.

Hoe heeft de zorg voor diabetespatiënten zich ontwikkeld sinds je in 2003 bij OLVG begon?

‘Toen ik begon, was de zorg nog veel algemener en minder gespecialiseerd. Inmiddels hebben we ons steeds meer gefocust op diabetes type 1 en technologie, zoals insulinepompen en sensoren. Voorheen prikten patiënten een paar keer per dag hun bloedsuiker en bekeken we elke 3 maanden in het ziekenhuis de HbA1c-waarden: dit is het gemiddelde van je bloedglucosewaarden over de afgelopen 2 tot 3 maanden. Nu blijkt dit minder betrouwbaar dan altijd werd gedacht. Sensoren meten continu heel nauwkeurig, waarop patiënten kunnen anticiperen.’

Is leven met diabetes daardoor makkelijker dan vroeger?

‘Zeker, al blijft het een ziekte waarbij je de hele dag door rekening moet houden met je bloedsuikerwaarde. Eten, sporten, slapen, stress: er zijn 42 factoren die de suikerwaarde in je lijf beïnvloeden, maar uiteindelijk hebben we maar grip op 4 daarvan: eten, bewegen, meten en spuiten. Een snelle pizza tussendoor maakt dat een patiënt al moet berekenen wanneer hij insuline moet spuiten. Gemiddeld maakt een diabetespatiënt 180 méér beslissingen per dag dan iemand zonder diabetes.’ 

Tellen van koolhydraten, het berekenen van insulinedoseringen en het omrekenen van bloedglucosewaarden: diabetes vereist best veel rekenvaardigheid voor de patiënt

‘Klopt. Daarom geldt ook: hoe meer techniek je kunt inzetten, hoe beter. Je vóelt een hoge suikerwaarde niet altijd en als de patiënt een rekenfout maakt, kunnen suikerwaarden gaan schommelen. Dit kan complicaties aan het hart, nieren en de ogen veroorzaken. Dankzij de sensor kunnen we dit nauwkeuriger monitoren. Het mooiste is als een patiënt een sensor heeft die kan communiceren met een insulinepomp, zodat de toediening van insuline automatisch gaat. Helaas komt niet iedere patiënt daarvoor in aanmerking.’

Wat is het grootste obstakel bij het gebruik van sensoren en insulinepompen in de zorg?

‘De zorgverzekeraars. Vanwege de hoge kosten willen zij niet altijd de nieuwste technologieën, zoals een sensor die gekoppeld is aan een insulinepomp, vergoeden. Dit is jammer, want een sensor met insulinepomp reageert snel en zorgt ervoor dat de patiënt niet te lang doorloopt met een te lage of hoge bloedsuiker. Ook zouden mensen met diabetes type 2 eerder een sensor moeten krijgen, zodat zij hun suikerwaarden beter kunnen reguleren. Op de lange termijn voorkom je daarmee dure ziekenhuisopnames en ben je netto goedkoper uit.’

Hoe belangrijk is leefstijl in de behandeling van diabetes?

‘Leefstijl is cruciaal, zowel voor diabetes type 1 als type 2. Vooral bij type 2, wat een welvaartsziekte is, speelt ongezonde voeding en gebrek aan beweging een grote rol. Bij overgewicht werkt de insuline minder goed. Ik zoek altijd samen met mijn patiënten naar haalbare manieren om hun leefstijl te verbeteren, of dat nu door gezonder te eten of door meer te bewegen is. Kleine stapjes kunnen al een groot verschil maken.’

Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst van diabeteszorg?

‘Feit is dat het aantal diabetespatiënten wereldwijd toeneemt in plaats van afneemt. Vooral het aantal jonge mensen met type 2 stijgt. Vroeger noemden we dit type ‘ouderdomsdiabetes’, maar door de toenemende welvaart en het overgewicht dat daarmee gepaard gaat, zijn er ook kinderen van 8 jaar met diabetes type 2. Er wordt hard gewerkt aan een oplossing om diabetes te genezen, maar tot die tijd focus ik me op het verbeteren van de toegang tot technologie en laagdrempelige zorg voor elke patiënt.’