Inloggen met DigiD
Download de MijnOLVG-app in de App Store of Google Play Store of ga naar www.mijnolvg.nl. Log daarna eenvoudig in met uw DigiD.
Een maagsonde is een buigzaam slangetje. De verpleegkundige brengt de maagsonde meestal in via de neus in de maag. Aan het uiteinde zitten gaatjes waar de voeding doorheen loopt.
Soms kan of mag een kind niet zelf eten, bijvoorbeeld na een operatie. Dan krijgt uw kind sondevoeding. Deze voeding bevat alles wat uw kind nodig heeft om goed te groeien. Soms mag uw kind ook nog zelf eten of drinken. Als dat mogelijk is, bespreekt de arts dit met u.
Soms moet u de zuurgraad controleren. Dit heet ook wel pH-meting. U meet de zuurgraad bij:
Neem contact op met de thuiszorg als u twijfelt.
Spoel de maagsonde met water:
Gebruik per keer 5 tot 10 ml water. Vervang de spuit 1 keer per week.
Sondevoeding toedienen kan zonder pomp of met een pomp. De arts of verpleegkundige bespreekt met u welke manier het beste past bij uw kind.
Geschikt bij kleine hoeveelheden minder dan 50 ml.
Werkwijze
U krijgt uitleg van de leverancier van de pomp.
Werkwijze
Werkwijze
Kinderen met een maagsonde gebruiken hun mond minder. Dit kan invloed hebben op eten en drinken later. Hieronder leest u hoe u uw kind kunt helpen:
Maak de mond 3 keer per dag schoon. Gebruik bij een baby een nat gaasje. Als uw kind wondjes heeft, bespreek dit dan met de thuiszorg.
Heeft u vragen? Tijdens de opname kunt u terecht bij de arts of verpleegkundige. Thuis kunt u contact opnemen met het kinderteam.
Afdeling Kindergeneeskunde, locatie West, route 24
020 510 89 07 (dag en nacht bereikbaar)
Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie West, route 32
020 510 88 90 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)