Meer informatie over MijnOLVG
In MijnOLVG kunt u uw persoonlijke gegevens van OLVG inzien en beheren. U kunt bijvoorbeeld uw afspraken bekijken, onderzoeksuitslagen inzien en korte vragen stellen.
Lees verder
Bij een frozen shoulder verkort het kapsel van het schoudergewricht. Verklevingen in het gewrichtskapsel rond het schoudergewricht zorgen ervoor dat de schouder stijf wordt. Dit veroorzaakt pijn en het zorgt dat u uw schouder minder goed kunt bewegen. Een frozen shoulder kan plots ontstaan zonder oorzaak, we zien dit vaker bij mensen met een schildklieraandoening, diabetes mellitus (suikerziekte), littekenweefsel door beschadiging van de schouderpezen of na een operatie aan de schouder.
Kenmerkend is dat u uw schouder in alle richtingen minder goed kunt bewegen. De pijn bij een frozen shoulder kan zeurend zijn en/of stekend en de pijn kan continu zijn of met aanvallen komen (vooral ’s nachts). De pijn zit aan de voorkant van de schouder en vaak in de bovenarm. De schouder kan niet goed bewogen worden, ook niet als een ander dit probeert. U voelt dit vooral bij activiteiten als aan- en uitkleden, als u iets uit een hoge kast wilt pakken en bij autorijden.
Een frozen shoulder is lastig te behandelen. Een onjuiste aanpak kan het langdurige genezingsproces vertragen of de aandoening verergeren. Het bewegen van uw schouder en arm binnen de pijngrens is het beste advies. Het is van belang niet te forceren! De aandoening geneest meestal vanzelf. De genezing kan echter lang duren. De totale periode van een frozen shoulder beeld kan variëren van ongeveer 5 maanden tot 3jaar.
Uw fysiotherapeut kan u adviseren en het herstel ondersteunen. Ook kan aanpassing van werkzaamheden of hulp bij verbetering van de lichaamshouding belangrijk zijn. Wanneer de pijn afneemt kan de fysiotherapeut samen met u de beweeglijkheid in de schouder geleidelijk en gedoseerd uitbreiden. Het is belangrijk dat u binnen de pijngrens beweegt. Daarnaast kan de fysiotherapeut helpen met het opbouwen van de spierkracht.
Tijdens de ‘bevriezingsfase’ en de ‘bevroren fase’ kan u eventueel pijnmedicatie gebruiken. Dit kunnen bijvoorbeeld ontstekingsremmende medicijnen (NSAID’s) zijn of een injectie.
Om de ontstekingsreactie te remmen kan er een injectie worden gegeven in de schouder. Dit vermindert de pijn. In de injectie zit een pijnstiller en corticosteroïden (hormonen). De injectie geeft weinig bijwerkingen. Er bestaat een zeer klein risico op een infectie door de injectie. Soms kunt u na de injectie last krijgen van opvliegers: uw gezicht en hals worden ineens rood en u gaat zweten (1-2 dagen na de injectie). De eerste week na de injectie kan de pijn wat heviger zijn. Bij de meeste mensen houdt het effect van de injectie maanden aan.
Krijgt u na de injectie koorts? Of voelt u zich ziek? Neemt u dan contact met de polikliniek Orthopedie.
Zowel fysiotherapie als pijnmedicatie veranderen het verloop van de aandoening niet.
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Orthopedie.