Meer informatie over MijnOLVG
In MijnOLVG kunt u uw persoonlijke gegevens van OLVG inzien en beheren. U kunt bijvoorbeeld uw afspraken bekijken, onderzoeksuitslagen inzien en korte vragen stellen.
Lees verder
Bij normale waarden van de schildklierhormonen bestaat er geen verhoogd risico voor de zwangere vrouw of voor de baby. Een uitzondering is als er TSI-antistoffen aanwezig zijn: deze kunnen bij de baby al voor de geboorte de schildklier te snel laten werken.
Bij schildklierafwijkingen tijdens de zwangerschap is van belang dat de gynaecoloog, de verloskundige, de huisarts, de internist en de kinderarts samenwerken.
Vanwege de veranderingen van de hormonen in de zwangerschap wordt bij schildklierafwijkingen geregeld bloedonderzoek gedaan naar de schildklierhormonen FT4, TSH en soms T3, het liefst de eerste keer zo vroeg mogelijk in de zwangerschap. Daarnaast worden in het begin en soms ook aan het eind van de zwangerschap ook de waarden van de antistoffen tegen de schildklier gecontroleerd (TSI-antistoffen), zeker wanneer de patiënt de Ziekte van Graves heeft (gehad).
Zijn er in het bloed TSI-antistoffen aanwezig, dan kunnen deze door de placenta (moederkoek) heen. Hierdoor kan de schildklier van de baby te snel werken en kan er een te snelle hartslag (meer dan 160 slagen per minuut) bij de baby ontstaan. Soms wordt dan ook bij echoscopie een vergrote schildklier (struma) gezien, of groeit de baby minder goed.
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Verloskunde.