home

Molazwangerschap : u kunt hiervoor terecht bij Verloskunde

Een molazwangerschap kan gezien worden als een bijzondere vorm van een niet goed aangelegde zwangerschap.

Nadat een zaadcel een eicel heeft bevrucht, deelt de bevruchte eicel zich. De twee cellen die zo ontstaan delen zich zelf ook weer. Zo gaat het proces door en komen er steeds meer nieuwe cellen. Bij een normale zwangerschap ontstaan uit deze cellen een embryo (een vrucht, een toekomstig kind) en een placenta (een moederkoek). Wanneer er bij of kort na de bevruchting iets misgaat kan het gebeuren dat alleen de placenta doorgroeit. Er is dan sprake van een molazwangerschap.

De placenta groeit in de baarmoederholte almaar verder en door vochtophoping ontstaan talloze blaasjes. Gewoonlijk is er bij een molazwangerschap dus geen embryo. Is er bij uitzondering toch een vrucht, dan is deze bijna nooit levensvatbaar.

Behandelingen

Bij een molazwangerschap wordt altijd een curettage geadviseerd. Dit is een ingreep via de schede waarbij het molaweefsel met een dun slangetje (vacuümcurette) uit de baarmoederholte wordt weggezogen. De gynaecoloog probeert zoveel mogelijk molablaasjes te verwijderen.

In de folder wordt uitgelegd wat een molazwangerschap is, welk onderzoek en welke behandeling plaatsvindt en wat de gevolgen kunnen zijn. Ook emotionele aspecten komen aan bod.

Onderzoeken

Een molazwangerschap wordt vastgesteld bij echoscopisch onderzoek. In plaats van een vruchtzakje met een embryo en een kloppend hartje worden vele kleine blaasjes gezien die de baarmoederholte opvullen.

Soms is bloedverlies via de schede de reden voor het echoscopisch onderzoek, soms wordt het hartje niet gehoord, of lijkt de baarmoeder te groot voor de duur van de zwangerschap. Ook kan een molazwangerschap bij toeval worden ontdekt bij echoscopisch onderzoek dat om een andere reden gedaan wordt.

Meestal zijn er bij een molazwangerschap geen bijzondere klachten. ‘Gewone’ zwangerschapsverschijnselen zoals moeheid en misselijkheid zijn er vaak wel. Als de zwangerschapsduur vordert, neemt de kans op vaginaal bloedverlies toe.

Vragen & contact

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Verloskunde. 

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Verloskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: