home

Injecties bij een inhalatie-allergie : subcutane allergie immunotherapie

Als een kind allergisch is voor graspollen, boompollen of huisstofmijt, kan subcutane immunotherapie helpen. Subcutane immunotherapie is een behandeling met injecties. Door de injecties kunnen de klachten minder worden. Soms verdwijnen de klachten helemaal. Subcutane immunotherapie duurt 3 tot 5 jaar.

Over subcutane immunotherapie

Bij subcutane immunotherapie krijgt een kind injecties. In de injectie zit de stof waar het kind allergisch voor is. Als het lichaam aan deze stoffen went, worden de klachten minder. De klachten kunnen ook helemaal verdwijnen. Als uw kind allergisch is voor 2 of 3 stoffen, krijgt uw kind 2 of 3 injecties.

De therapie bestaat uit 2 gedeeltes:

  1. Instellen
    De hoeveelheid van de stof waar uw kind allergisch voor is, wordt tijdens deze fase steeds opgehoogd. 
    Uw kind krijgt 15 weken lang 1 injectie per week. Na deze 15 weken krijgt uw kind na 2 weken 1 injectie. Daarna krijgt uw kind na 3 weken en na 4 weken 1 injectie. 
    Soms zijn er bijwerkingen waardoor het schema wordt aangepast. Het instellen kan dan langer duren. 
  2. Onderhoud
    Uw kind krijgt elke 4 tot 6 weken 1 injectie.

Zo bereidt u zich voor

  • Voor de behandeling is het van belang om op de juiste dag de injectie te krijgen. Het is belangrijk dat de afspraken zoveel mogelijk doorgaan. Als het echt niet lukt om op afspraak te komen, bel dan zo snel mogelijk op. U krijgt dan een nieuwe afspraak. 
  • Uw kind neemt 1 uur voor de injectie een antihistaminicum.
  • Heeft uw kind astma? Neem dan de astma-medicijnen mee naar de afspraak.
  • Is uw kind ziek op de dag van de injectie of heeft uw kind koorts? Neem dan zo snel mogelijk contact op. Soms kan de afspraak gewoon doorgaan en is het alleen nodig om de hoeveelheid stof in de injectie aan te passen. 
  • Uw kind mag 1 week voor de injectie en 1 week na de injectie geen vaccinatie krijgen. 

Neem bij onderstaande situaties van tevoren telefonisch contact op: 

  • Uw kind krijgt nieuwe medicijnen zoals een ACE-remmer of bètablokker
  • Uw kind heeft na de vorige injectie ernstige bijwerkingen heeft gehad.

Hoe bereid ik mijn kind voor op de injecties?

De injecties gaan makkelijker als uw kind ontspannen is. Bespreek thuis wat uw kind kan doen om te ontspannen en bespreek dat eventueel met de verpleegkundige. Zorg voor afleiding zoals: kijken in een zoekboek, een filmpje kijken of een raadselspel. Indien gewenst is er tijdens de injectie een medisch pedagogisch zorgverlener aanwezig met afleiding. 

Zo gaat de behandeling

Een verpleegkundige geeft de injecties. Dit gebeurt altijd in OLVG West op woensdagmiddag. De behandeling duurt 3 tot 5 jaar. 

De injectie

Uw kind gaat op de stoel zitten en ontbloot de bovenarm, beide bovenarmen en soms een bovenbeen. De verpleegkundige geeft de injecties.

  • Allergie voor 1 stof: uw kind krijgt in de bovenarm een injectie
  • Allergie voor 2 stoffen: uw kind krijgt in beide bovenarmen een injectie 
  •  Allergie voor 3 stoffen: uw kind krijgt in beide bovenarmen en in het bovenbeen een injectie

Na de injectie krijgt uw kind een pleister met zalf. Als het nodig is, krijgt uw kind een icepak op de plek van de injectie.

Na de injectie

  • Na de injectie blijft u 30 minuten op de afdeling. Als uw kind zich goed voelt, meldt u zich na 30 minuten af bij de verpleegkundige. 
  • Meld het direct aan de verpleegkundige als uw kind zich niet goed voelt. Blijf bij uw kind, ook als uw kind bijvoorbeeld naar de wc gaat. 

Niet iedereen krijgt last na een injectie. Tot 24 uur na de injectie kunnen bijwerkingen ontstaan. Meestal ontstaan binnen 30 minuten na de injectie een zwelling en roodheid rond de prikplek. Dit kan tot 6 uur na de injectie duren. 

Bij deze behandeling bestaat een kleine kans op een algemene bijwerking zoals: hoofdpijn, piepende ademhaling, loopneus, niezen, braken en diarree.

Als er bijwerkingen zijn, meld dit dat bij de volgende afspraak. 

 

Adviezen voor thuis

Zorg dat uw kind het rustig aan doet na de injectie. Na de injectie mag uw kind de rest van de dag niet rennen, sporten, zwemmen, een heet bad nemen, een bezoek aan de sauna of alcohol drinken. 

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere behandeling heeft risico’s. Neem direct contact op als uw kind na de injectie de volgende klachten heeft: 

  • algemene bijwerkingen
  • infectie 
  • meer dan 38,5 graden koorts. 

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Kinderdagbehandeling, locatie West, route 24
020 599 22 08 (op werkdagen van 07.30 tot 16.00 uur)

Afdeling Kindergeneeskunde, locatie West, route 24
020 510 89 07 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Kindergeneeskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: