home

Gebroken plateau van de knie : tibiaplateau fractuur

Bij een ernstig ongeluk of val van grote hoogte kan uw tibiaplateau breken. Het tibiaplateau is een deel van het kniegewricht. Vaak breekt niet alleen het bot van het tibiaplateau, maar is er ook schade aan het kraakbeen, de meniscus of de kruisbanden. U kunt een behandeling met of zonder operatie krijgen.

Over een gebroken plateau van de knie

Als het plateau van de knie breekt, heet dat een tibiaplateau fractuur. Tibia is een ander woord voor scheenbeen.
Het tibiaplateau is een deel van het kniegewricht, samen met het dijbeen en de knieschijf.
Omdat het tibiaplateau bedekt is met kraakbeen, is het een glad oppervlak.
In het midden van het tibiaplateau zitten de kruisbanden.
Aan de binnenkant en buitenkant van het tibiaplateau zit de meniscus.

Behandelplan bij botbreuk of letsel

Deze inhoud kan vanwege de huidige cookie-instellingen niet weergegeven worden.

Om deze inhoud te kunnen zien, verander je cookie-instellingen.

 

Behandeling zonder operatie

  • Op de Gipskamer of Spoedeisende Hulp krijgt u voor 1 week gips om het hele been.
  • Hierna krijgt u nog 5 weken gips of een brace.
  • U mag ongeveer 6 weken niet op uw been staan, omdat het tibiaplateau door de druk verder kan breken.
  • Na 6 weken mag het gips eraf. De arts maakt een röntgenfoto van uw knie om te zien of het tibiaplateau weer heel is. De arts bespreekt dit met u.
  • U start met fysiotherapie.
  • Het kan tot 12 weken duren voor het tibiaplateau weer helemaal heel is.
  • Soms krijgt u na 12 weken nog een afspraak met de arts. Deze afspraak is telefonisch of in het ziekenhuis.

Behandeling met operatie

Als het tibiaplateau erg gebroken of verplaatst is, is meestal een operatie nodig.

  • Op de Gipskamer of Spoedeisende Hulp krijgt u gips om uw hele been. Het gips blijft zitten tot de operatie.
  • Binnen 2 weken krijgt u een operatie. Als de knie erg dik is, krijgt u later een operatie.
  • U heeft 3 tot 5 dagen voor de operatie een afspraak op de Gipskamer. De arts kijkt goed naar uw knie. Als de knie niet erg dik is, gaat de operatie door. Als uw knie nog te dik is, stelt de arts uw operatie uit.

Trombose

  • Bij een tibiaplateau fractuur is er een klein risico op diep veneuze trombose. Dit betekent dat een propje bloed vastzit in een ader.
  • Als u trombose heeft, zit het propje vaak in uw been. Het been wordt dan dik en pijnlijk.
  • De arts kan hier bloedverdunners voor voorschrijven. Dit is bedoeld om deze trombose (bloedstolsels) tegen te gaan. De arts bespreekt met u of dit voor u van toepassing is.

Zo bereidt u zich voor op de operatie

  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 
Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 4 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 4 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.

De operatie

De arts bespreekt met u de operatie.
Soms zet de arts de gebroken delen van het tibiaplateau vast met alleen schroeven.
Meestal gebruikt de arts schroeven en 1 of meer metalen plaatjes om de gebroken delen van het tibiaplateau vast te zetten.

Na de operatie

  • Na de operatie krijgt u een drukverband om de knie.
  • Als u zich goed voelt, mag u na uw operatie meteen naar huis. Zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer raden wij af. Vraag of iemand u met de auto naar huis brengt.
  • In de week na de operatie kunt u beginnen met fysiotherapie. U krijgt hiervoor van de arts een verwijzing.
  • 2 weken na de operatie heeft u afspraak met de arts. Deze afspraak is in het ziekenhuis of telefonisch.
  • Na de operatie mag u wel oefenen met het been maar nog geen gewicht op het been zetten. Na 6 weken mag u dit voorzichtig weer gaan proberen en opbouwen.
  • Na ongeveer 8 weken laat u in het ziekenhuis een röntgenfoto van uw knie maken. Hierna heeft u een telefonische afspraak met de arts om het vervolg te bespreken.
  • Het kan 1 jaar duren voor de knie weer helemaal heel is en u alles weer kunt doen.

Risico’s operatie

Bij elke operatie zijn er risico’s. Bij een operatie voor een gebroken tibiaplateau heeft u een kleine kans op:

  • nabloeding en ontsteking
  • het loslaten van de plaatjes
  • het niet goed willen vastgroeien van de breuk
  • pijn die niet weggaat
  • het slijten van het kniegewricht
  • problemen met de wond: de wond gaat niet goed dicht of u krijgt veel littekens

Trombose

  • Bij een operatie aan uw been is er een klein risico op diep veneuze trombose. Dit betekent dat een propje bloed vastzit in een ader.
  • Als u trombose heeft, zit het propje vaak in uw been. Het been wordt dan dik en pijnlijk.
  • Vaak schrijft de arts voor de operatie bloedverdunners voor. Dit is bedoeld om deze trombose (bloedstolsels) tegen te gaan.

Adviezen voor thuis

Zwelling

  • Het is normaal dat uw knie dik wordt na de breuk of operatie.
  • Houd uw been hoog. Uw knie moet hoger liggen dan uw heup. Als u zit of ligt kunt u uw been bijvoorbeeld op een stoel of kussen leggen.

Pijnstilling

  • Uw arts adviseert u welke pijnstilling u kunt gebruiken. Soms heeft u geen pijnstilling nodig.
  • 1 tot 2 dagen na de breuk of operatie wordt de pijn minder.

Herstel

  • U moet de knie veel rust geven en zoveel mogelijk hoog houden.
  • Vaak duurt het herstel van de knie meer dan 6 weken. Na 6 weken kunt u uw knie weer redelijk goed gebruiken.
  • De meeste mensen kunnen hun knie na 3 tot 6 maanden weer helemaal gewoon gebruiken.
  • Begin 2 weken na de operatie met fysiotherapie. Als u geen operatie heeft gehad, begin dan 6 weken na de breuk met fysiotherapie.

Oefeningen voor herstel

Om uw been niet stijf te laten worden is het belangrijk dat u het been blijft bewegen. Doe de oefeningen volgens de instructies van uw arts of fysiotherapeut. Houd tijdens de oefeningen uw brace of spalk om uw knie.

  • Probeer 5 tot 10 keer per dag de oefeningen te doen. Herhaal de oefeningen steeds 10 tot 15 keer.
  • Uw knie, voet en enkel kunnen stijf aanvoelen. Dit is normaal. Stop de oefeningen als u veel pijn heeft.
  • Soms kunnen uw knie en enkel dik worden na het oefenen. Houd uw been en voet dan hoog.
  • Als u na het oefenen langer dan 10 minuten pijn heeft, dan heeft u teveel gedaan. Herhaal de stappen dan minder vaak bij uw volgende oefening.
  • Het is normaal dat u niet elke oefening meteen helemaal kunt doen. Probeer elke dag een klein stukje verder te komen.

Deze inhoud kan vanwege de huidige cookie-instellingen niet weergegeven worden.

Om deze inhoud te kunnen zien, verander je cookie-instellingen.

Wanneer moet u ons bellen?

Neem contact op met de polikliniek Traumachirurgie als u 1 of meer van de volgende klachten heeft:

  • Koorts boven 38,5 graden.
  • De wond blijft bloeden. Het is normaal als een wondje een beetje bloedt in de eerste 3 dagen na operatie. 
  • U denkt dat de wond ontstoken is. De wond is dan rood en warm. De plek rond de wond is dik. Er kan ook pus uit de wond komen.
  • Uw tenen tintelen, worden dik of kleuren paarsblauw. Het helpt niet om uw been hoog te houden.
  • U kunt uw tenen niet of niet goed bewegen en ze voelen doof aan.
  • U heeft te veel pijn: de pijnstilling werkt niet.
  • Na een val of verkeerde beweging heeft u opnieuw pijn op de plek van de operatie.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Traumachirurgie, locatie Oost, P3
020 510 88 79  (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Traumachirurgie, locatie West, route 6
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Gipskamer, locatie Oost, P3
020 599 29 63 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl

Gipskamer, locatie West, route 6
020 510 80 28 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl

Als de afdeling niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Traumachirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: