home

Baby met Erbse parese : adviezen voor ouders en verzorgers

Soms beschadigen tijdens de bevalling de zenuwen in de arm van uw baby. Uw baby kan dan een verlamming krijgen aan de hele arm of een deel van de arm. Dit heet een Erbse parese, obstetrisch plexus brachialis letsel of OPBL. Uw baby kan dan niet goed bewegen en voelen met zijn armpje. U krijgt advies over hoe u uw baby het beste kunt ondersteunen.

Over Erbse parese

Tijdens de bevalling kan de schouder van de baby blijven haken. Als dat gebeurt, rekken de zenuwen van de nek en arm te veel op. De zenuwen kunnen dan beschadigen. Door de beschadiging kan de arm of een deel van de arm verlamd raken. 1 tot 3 van de 1000 baby’s heeft een Erbse parese bij de geboorte.

Herstel

Soms herstellen de zenuwen weer en is er geen verlamming meer.
Maar soms is de beschadiging ernstig. Dan blijft het armpje verlamd of gedeeltelijk verlamd.

Begeleiding van zorgverleners

  • In de eerste week na de geboorte heeft u een afspraak met een kinderfysiotherapeut.
    U krijgt dan begeleiding en uitleg over hoe u het beste met uw baby kunt omgaan.
  • 3 weken na de geboorte heeft u een afspraak met de kinderarts en kinderfysiotherapeut.
    U bespreekt dan of u meer begeleiding nodig heeft. Als dat zo is, krijgt u vervolgafspraken. Tijdens deze vervolgafspraken krijgt u advies over het oefenen en bewegen van de gewrichten en spieren van uw baby.
  • Als het nodig is, verwijst de kinderarts u door naar een andere zorgverlener.

Omgaan met een baby met Erbse parese

Algemene adviezen

  • Wees voorzichtig bij het vasthouden en verzorgen van uw baby.
  • Rust is belangrijk voor de genezing 2 tot 3 weken na de geboorte.
  • Zorg dat de arm van uw baby zoveel mogelijk bij het lichaam blijft. Leg de arm van uw baby op zijn borst met het handje in het midden van zijn lijfje of bij de mond. U kunt de arm van uw baby onder het rompertje doen of maak de mouw vast aan de kleding.
  • Raak de arm en hand van uw baby wat vaker aan en masseer deze zachtjes.

  • Het is goed als de baby ook zelf zijn arm en hand regelmatig voelt. Bijvoorbeeld wanneer de handjes elkaar raken of wanneer het handje tegen de mond aan ligt.

  • Als de arm van uw baby pijn doet bij rekken of bewegen, ziet u dat vaak aan zijn gezicht. Uw baby past zelf zijn bewegingen aan om minder pijn te voelen.
  • In overleg met de kinderarts mag u uw baby een pijnstiller geven.
  • Draai het hoofd van uw baby regelmatig naar beide kanten, totdat uw baby dit zelf kan. Dit zorgt dat uw baby niet steeds op 1 kant wil liggen en een scheef hoofd krijgt.
  • Let op: zijligging en buikligging mogen alleen als uw baby wakker is en als er iemand bij de baby is. 

Nooit doen

  • Laat de arm van uw baby niet slap naar beneden hangen.
  • Zorg dat de arm van uw baby niet hoger komt dan de schouder
  • Trek of til uw kind niet aan de armen omhoog.
  • Laat uw kind niet op de buik slapen.
  • Pak uw baby niet onder de oksels op.

Optillen

  • Pak uw baby op met een hand onder de billen. Ondersteun met uw andere hand de schouders en het hoofd.

  • Draag uw baby op uw arm voor uw buik en draai hem een beetje. De pijnlijke arm rust tegen uw buik. Houd de hand van uw baby vast.
  • Zolang uw baby zijn arm nog niet goed kan bewegen, moet u zijn arm ondersteunen bij het verzorgen en vasthouden. Het is belangrijk dat u de arm niet los naar beneden laat hangen. 

Dragen

  • Bij het dragen legt u de pijnlijke arm van uw baby tegen uw lichaam. U houdt dan met uw lichaam de arm van uw baby op zijn plaats.
  • Bij het dragen met de gezonde zijde tegen uw lichaam, moet u de pijnlijke arm ondersteunen.
  • Als u uw baby rechtop tegen uw schouder of borst houdt, ondersteunt u met 1 hand zijn billen. Met de andere hand ondersteunt u de arm van uw baby met uw gebogen arm.

Aankleden en uitkleden

Doe kleding bij uw baby aan die u makkelijk kunt aantrekken en uittrekken. Bijvoorbeeld een truitje met een ruime hals, een overslaghemdje of kleertjes die u helemaal kunt openmaken. Bij het aankleden en uitkleden hoeft u dan niet aan de arm van uw baby te trekken.

  • Bij het aankleden doet u de pijnlijke arm als eerste in de mouw.
  • Bij het uitkleden doet u de pijnlijke arm als laatste uit de mouw.

Voeding

  • Leg uw baby bij de borstvoeding op een kussen. Uw kind ligt dan op een goede hoogte en hoeft maar een klein beetje te draaien. Als u merkt dat uw baby pijn heeft, laat u uw baby op de gezonde zijde liggen.
  • Let erop dat bij het voeden de armpjes van uw baby op zijn buik of borst liggen.
  • Bij flesvoeding zorgt u dat beide armen van uw baby gebogen op zijn buik liggen.

In bad doen

  • Houd uw baby vast met de gezonde zijde naar u toe.
  • Laat zijn hoofdje op uw pols rusten en ondersteun met uw vingers de bovenarm van de pijnlijke arm. Let erop dat de arm niet te veel naar beneden zakt.
  • Met uw andere hand ondersteunt u de billen. U kunt ook de billen op de bodem laten rusten om uw baby te kunnen wassen. U kunt ook een antislipmatje op de bodem van het bad leggen, zodat uw baby niet uitglijdt.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Afdeling Fysiotherapie, locatie Oost, A8
020 599 30 13 (op werkdagen van 08.30 tot 16.00 uur)
fysiotherapie-oost@olvg.nl

Afdeling Fysiotherapie, locatie West, route 11
020 510 83 67 (op werkdagen van 08.30 tot 16.00 uur)
fysiotherapie-west@olvg.nl 

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Fysiotherapie van OLVG. Laatst gewijzigd: