Meer informatie over MijnOLVG
In MijnOLVG kunt u uw persoonlijke gegevens van OLVG inzien en beheren. U kunt bijvoorbeeld uw afspraken bekijken, onderzoeksuitslagen inzien en korte vragen stellen.
Lees verder
Bij artrose van de knie verandert het kraakbeen in uw knie.
Uw bovenbeen en onderbeen zitten met uw knie aan elkaar. Op die 2 botten zit een laagje kraakbeen. Dat kraakbeen is normaal heel glad. Zo kan uw knie makkelijk buigen, draaien en strekken.
Bij artrose is het kraakbeen dun en niet glad.
Ook is het laagje cellen (slijmvlies) aan de binnenkant van de knie steeds ontstoken.
Na een tijd worden de botten aan de randen ook breder.
Hoe artrose ontstaat, is niet precies bekend.
Wel weten we dat artrose vaker voorkomt:
Soms ontstaat artrose:
Uw huisarts herkent artrose meestal als u over uw klachten vertelt. Ook onderzoekt uw huisarts uw gewricht.
Röntgenfoto's zijn meestal niet nodig. Een foto laat niet goed zien hoe erg uw klachten zijn.
Er zijn verschillende behandelingen bij artrose in de knie:
Met bewegen en gezond eten wordt uw lichaam sterker, uw gewicht minder en de pijn vaak minder.
Als u meer gaat bewegen, is wat extra pijn en stijfheid in de knie normaal. De artrose wordt er niet erger van.
Meer pijnHeeft u een periode veel pijn? Dan is het goed zo weinig mogelijk te steunen op de pijnlijke knie. Blijf de knie wel bewegen en gebruik pijnstillers. Blijf de normale dingen doen die u op een dag doet.
U kunt advies krijgen over loophulpmiddelen, zoals stok of rollator.
Als het iets beter gaat, kunt u de oefeningen weer gaan doen. Ga weer stukjes lopen. Soms helpt het om daarbij een wandelstok te gebruiken (aan de gezonde zijde) of een rollator.
Braces of inlegzolen helpen niet bij artrose in de knie.
Middelen die u zelf kunt kopenEr zijn veel middelen die u zelf kunt kopen. U kunt ze beter niet gebruiken.
Is de pijn een tijd erger? Of gaat u bewegen en weet u dat u dan meer pijn kunt krijgen?
Een prik in uw knie kan helpen als afvallen, bewegen, oefeningen en pijnstillers niet genoeg helpen.
Uw huisarts kan de prik geven. Er zit een hormoon in dat ontstekingen remt (corticosteroïd).
Meestal wordt de pijn binnen 1 week minder. De pijn is ongeveer 3 weken minder.
U kunt maximaal 4 prikken per jaar krijgen. Tussen de prikken moet minimaal 6 weken zitten.
Mogelijke bijwerkingen van deze prikken:
Als prikken met de ontstekingsremmer niet genoeg helpen, zijn soms prikken met een ander medicijn (hyaluronzuur) mogelijk. Bijvoorbeeld als u niet geopereerd kunt worden. Het is onzeker of dit medicijn de klachten minder maakt. De prikken kunnen wel bijwerkingen hebben. Daarom kunt u deze behandeling meestal beter niet laten doen.
U komt na 3 maanden weer bij uw huisarts. U bespreekt hoe het gaat met bewegen en afvallen als u te zwaar was.
Als dit niet genoeg heeft geholpen, kunt u bespreken of u een prik in uw knie wilt.
Hebben de klachten met uw werk te maken? Dan kan de huisarts u naar de bedrijfsarts doorsturen. U kunt met de bedrijfsarts bespreken of er op uw werk aanpassingen nodig zijn.
Heeft u alle behandelingen gedaan en blijft u veel klachten houden? En kunt u uw werk of andere activiteiten niet goed meer doen? Dan is een kunstknie een mogelijkheid.
De huisarts kan u doorsturen naar de orthopeed als u hierover wilt praten.
Neem contact op met uw huisarts
Kijk voor meer informatie over artrose bij ReumaNederland.
We hebben de informatie over artrose in de knie gemaakt met de NHG-Standaard Niet-traumatische knieklachten.
Iedere oefening doet u 3 keer. Neem tussen iedere oefening steeds 30 seconden pauze.
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4
Oefening 5
Dit is een goede laatste oefening van uw oefenprogramma.
U kunt napijn krijgen. Napijn is een teken dat u uw knie te veel heeft belast. Geef uw knie rust en doe het een volgende keer rustiger aan.
Als u een langere tijd veel pijn heeft, moet u de knie een tijdje wat minder belasten. U kunt de knie minder belasten door minder zwaar te steunen op de knie. Bijvoorbeeld door een wandelstok te gebruiken. U moet wel blijven bewegen. Zodra het iets beter gaat, is het belangrijk om weer te oefenen en uw dagelijkse bewegingen op te pakken.
Soms is het nodig om van hobby of beroep te veranderen om te knie te ontlasten. Hebben uw klachten invloed op uw werk? Bespreek dit dan met uw werkgever. Neem ook contact op met de bedrijfsarts. De bedrijfsarts bespreekt met u hoe u zo goed mogelijk kunt blijven werken.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Orthopedie, locatie Oost, P3
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl
Polikliniek Orthopedie, locatie West, route 5
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.