home

Al 23 jaar een pacemaker : ik voel me heel goed

Hij was nog maar 36 jaar, toen hij zich constant duizelig voelde. Meneer Basaran bleek een hartritmestoornis te hebben. De oplossing? Een pacemaker.

 

Het was even schrikken voor meneer Basaran, toen hij voortdurend kampte met duizeligheid. Maar zijn huisarts handelde kordaat; een doorverwijzing naar het ziekenhuis, voor onderzoek. De cardiologen van OLVG deden uitvoerig onderzoek naar de oorzaak van de duizelingen en constateerden een hartritmestoornis. Die is gelukkig prima tegen te gaan met een pacemaker.

Goede conditie

Als er tegenwoordig iemand goed in zijn vel zit, is het meneer Basaran wel. Hij heeft een fijne familie met vier kinderen en is inmiddels zelfs trotse grootvader van drie kleinkinderen – in het weekend past hij wel eens op. Daarnaast werkt hij al sinds 1976 als heftruckchauffeur bij een Amsterdamse bouwmarkt voor hout en bouwmaterialen, nog altijd met veel plezier. En last van zijn hart heeft hij allang niet meer. ‘Ik voel me heel goed. De pacemaker werkt uitstekend. Heel knap dat zo’n apparaat dat kan. En dat jarenlang met dezelfde batterij.’

Kleine operatie

Een pacemaker bewaakt het hartritme. Het apparaatje wordt bij het sleutelbeen, pal onder de huid aangebracht en als het hart te snel of te langzaam klopt, geeft de pacemaker stroomstootjes om het ritme te corrigeren. Gemiddeld gaat de batterij zeven jaar mee, dan moet het apparaat worden vervangen. Meneer Basaran heeft inmiddels zijn derde pacemaker. Hij lacht erom. ‘Het is maar een kleine operatie, onder plaatselijke verdoving. Ik voel dat ze me opereren, maar het doet helemaal geen pijn. Ook daarna heb ik nergens last van. Na de operatie loop ik zo het ziekenhuis weer uit.’ Misschien heeft hij gewoon een hoge pijngrens, oppert hij nog; opgebouwd toen hij anderhalf jaar in Turkije in dienst ging.

Amsterdammer

Hoewel meneer Basaran veertien jaar geleden verhuisde van om de hoek bij het Oosterpark naar een eigen huis in Almere, gaat hij voor zijn controleafspraken en behandelingen altijd naar OLVG. ‘In Almere slaap ik, maar voor de rest ben ik altijd in Amsterdam. Hier werk ik, hier ben ik opgegroeid. En ik ben erg blij met OLVG. De mensen die hier werken zijn altijd lief en vrolijk. Ik ben ooit een maand opgenomen geweest, ze lachen altijd. Het zijn allemaal engelen.’

Betrokken afdelingen

Hartcentrum