home

Operatie bij een acute distale bicepspeesruptuur : operatie aan de biceps

De bicepsspier is de spier aan de voorkant van de bovenarm. De biceps zit met pezen vast aan de schouder en de onderarm. Bij een acute distale bicepspeesruptuur is de pees van de onderarm gescheurd. U kunt de onderarm dan minder goed bewegen. Bij een bicepspeesruptuur is vaak een operatie nodig. De arts zet de bicepspees tijdens de operatie weer vast aan de onderarm. Na de operatie krijgt u gips of een brace. Het herstel duurt ongeveer 3 tot 4 maanden.

Distale bicepspeesruptuur

Een acute distale bicepspeesruptuur kan ontstaan als iemand een zwakke pees heeft of bij een plotselinge buiging van de elleboog tegen weerstand. Bijvoorbeeld bij gewichtheffen of bij plotseling kracht zetten. Bij een acute distale bicepspeesruptuur scheurt de pees los van het spaakbeen. Het spaakbeen is het bot in de onderarm, vlakbij de elleboog.

Het risico op een distale bicepspeesruptuur is hoger als iemand rookt of anabole steroïden gebruikt.
Bij een bicepspeesruptuur voelt u direct pijn en heeft u minder kracht in de arm. Vaak kunt u uw elleboog niet goed buigen. U kunt uw handpalm niet naar boven draaien. Ook kunt u soms een grote spierbal op uw arm zien. Dit heet ook wel: Popeye sign.  

Op de Spoedeisende Hulp krijgt u een gipsspalk en pijnstilling. Vaak krijgt u binnen 2 weken de operatie.

Tijdens de operatie zet de arts de pees vast met botankers en buttons. De arts maakt tijdens de operatie een röntgenfoto om te kijken of de botankers en buttons op de juiste plek zitten.  

Zo bereidt u zich voor

U mag gewoon eten en drinken voor uw behandeling.

U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie. 

Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 4 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 4 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.

Zo gaat de behandeling

  • Tijdens de operatie maakt de arts een snee in uw onderarm bij uw elleboog. De arts zet de bicepspees vast. Soms gebruikt de arts een metalen plaatje om de bicepspees vast te zetten.
  • Na de operatie krijgt u soms gips om uw bovenarm. 

Naar huis

  • Als u zich goed voelt, mag u na uw behandeling naar huis.
  • Zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer raden wij af. Vraag of iemand u met de auto naar huis brengt.

Zo gaat het verder

2 weken na operatie

  • Als u na de operatie gips heeft gekregen, krijgt u een afspraak op de Gipskamer. Uw gips mag dan af.
  • U kunt nu beginnen met oefenen. Uw arm is sterk genoeg om te oefenen, maar u mag uw arm niet te veel belasten. Dit betekent dat u uw arm mag buigen en strekken, maar niet met gewichten mag oefenen. Een fysiotherapeut helpt u daarbij. Oefenen is belangrijk om uw elleboog weer goed te kunnen gebruiken. 
    U mag zelf kiezen naar welke fysiotherapeut u gaat. Wij adviseren een fysiotherapeut te kiezen die veel ervaring heeft met klachten aan de elleboog en schouder.

6 weken na operatie

  • Met hulp van de fysiotherapeut bouwt u steeds meer kracht op.
  • De pees groeit langzaam weer vast aan het bot. Zorg dus dat u niet te veel beweegt. Til geen zware dingen. 

3 maanden na operatie

  • 3 maanden na uw operatie mag u weer beginnen met sporttraining. Overleg dit met uw fysiotherapeut. 4 tot 6 maanden na de operatie mag u weer sporten. Overleg ook dit met uw fysiotherapeut.

Complicaties of risico’s

  • De pees kan opnieuw scheuren.
  • Soms krijgt iemand tintelingen, een doof gevoel of minder kracht in de arm en hand na de operatie. Dit kan komen doordat tijdens de operatie een zenuw beschadigd is. Meestal gaat dit vanzelf over. Soms blijven de klachten.
  • Heel soms komt het voor dat er extra bot groeit tussen de 2 botten van de onderarm. Die kunnen daardoor minder goed om elkaar draaien in de elleboog en pols.

Wanneer moet u ons bellen?

  • Uw vingers zijn paars of blauw. Ook als u uw hand goed hoog houdt.
  • U heeft een tintelend gevoel in de vingers. Ook als u uw hand goed hoog houdt.
  • U heeft langer dan 3 dagen pijn of pijn die steeds erger wordt.
  • Het gips doet pijn of zit te strak.
  • Het gips is gebroken, nat of slap.

Bel na een operatie ook bij deze klachten:

  • Als u denkt dat de wond ontstoken is: de wond is rood en warm, ook kan de plek rond de wond gezwollen zijn.
  • U heeft meer dan 38,5 graden koorts.
  • De wond gaat plotseling open.
  • De wond lekt pus of vocht: de wond hoort na 3 dagen dicht en droog te zijn.
  • De pijn in de wond wordt plotseling erger.
  • De wond gaat plotseling bloeden. Start eerst zelf met 10 minuten op de wond te drukken zonder stoppen. Gebruik voor het drukken op de wond bijvoorbeeld een steriel gaas of een schone, gestreken theedoek of zakdoek. Bel OLVG als het bloeden niet stopt.

Behandelingen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Traumachirurgie, locatie Oost, P3
020 510 88 79  (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Traumachirurgie, locatie West, route 6
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Orthopedie, locatie Oost, P3
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl

Polikliniek Orthopedie, locatie West, route 5
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl

Gipskamer, locatie Oost, P3
020 599 29 63 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl

Gipskamer, locatie West, route 6
020 510 80 28 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl

Als de afdeling niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Traumachirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: