Meer informatie over MijnOLVG
In MijnOLVG kunt u uw persoonlijke gegevens van OLVG inzien en beheren. U kunt bijvoorbeeld uw afspraken bekijken, onderzoeksuitslagen inzien en korte vragen stellen.
Lees verder
Om te kunnen zeggen of u een goede nachtrust heeft gehad, kijken we naar hoe u zich overdag voelt. Wordt u 's ochtends uitgerust wakker, voelt u zich gedurende de dag goed en heeft u geen behoefte aan dutjes tussendoor? Dan kunt u ervan uitgaan dat u een goede nachtrust heeft gehad. Er zijn wel wat algemene factoren die bepalen of u een goede nachtrust heeft. Bij voorkeur slaapt u binnen een half uur in en wordt u niet vaker dan 1 keer per nacht wakker. De ideale slaapduur verschilt per persoon, maar ligt meestal tussen de 7 en 9 uur per nacht.
|
OLVG-somnoloog (slaapexpert) Kristel Kasius geeft tips die u kunt toepassen voor een goede nachtrust. |
Ontspan ook overdag | Bewaar ontspanning niet alleen voor de nacht. Door ook overdag te ontspannen, heeft u 's avonds minder stress en slaapt u beter. Dus ook al heeft u misschien geen tijd, neem pauzes. Die ‘verloren’ minuten haalt u weer in. Doordat u even iets heel anders gaat doen, presteert u daarna beter. Af en toe een microbreak, 30 tot 90 seconden uit het raam staren bijvoorbeeld, helpt u ook beter te ontspannen. Andere vormen van ontspanning overdag zijn sporten, yoga, meditatie of een 'powernap' (kort slaapje van maximaal 20 minuten). |
's Avonds geen blauw licht |
Het slaap-waakritme wordt geregeld door twee hormonen: cortisol en melatonine. De productie van cortisol piekt in de ochtend, waardoor u zich wakker en alert voelt. In de loop van de dag neemt de productie van cortisol af en neemt de productie van melatonine toe. Dit hormoon zorgt ervoor dat u zich slaperig voelt. Blauw licht, bijvoorbeeld van uw telefoon of tablet, kan ervoor zorgen dat de productie van melatonine weer wordt afgebroken. Hierdoor valt u minder goed in slaap. Het beste is om minimaal twee uur voor het slapengaan niet meer op uw telefoon of tablet te kijken. |
Vaste slaaptijden | Door op vaste momenten naar bed te gaan en weer op vaste tijden op te staan, gaat uw lichaam op de juiste momenten de juiste hormonen aanmaken. 's Ochtends maakt u cortisol aan zodat u zich wakker en alert voelt. 's Avonds maakt u melatonine aan zodat u gemakkelijk in slaap valt. Een vast tijdstip waarop u 's ochtends wakker wordt is nog belangrijker dan het moment waarop u 's avonds gaat slapen. Probeer dus vaste slaap- en waaktijden aan te houden, ook in het weekend. |
'Cooling down' voor slapengaan |
Het doen of laten van bepaalde activiteiten of handelingen kunnen helpen bij het in slaap vallen. Start uw avondritueel 1 tot 3 uur voordat u naar bed gaat. Ga bijvoorbeeld lezen, wandelen, mediteren of lauw douchen. Wat u beter niet kunt doen vlak voor het slapengaan is: sporten, Netflixen, op uw telefoon kijken, te warm of koud douchen, alcohol of koffie drinken en roken. |
Wanneer u gedurende 3 maanden, meer dan 3 nachten per week slecht slaapt, kan er sprake zijn van een slaapstoornis. Vaak kan uw huisarts hier al goed bij helpen en is een doorverwijzing naar een somnoloog niet nodig. Slaapstoornissen zoals overmatig slapen, slaapwandelen en eten in de slaap worden vaak wel in het ziekenhuis behandeld. In OLVG komen patiënten dan bij het Slaapcentrum terecht. In het Slaapcentrum werken zorgprofessionals van de afdelingen KNO, Longgeneeskunde, Neurologie en Mond-, Kaak-, en Aangezichtschirurgie nauw samen om zo tot de juiste diagnose en behandelmogelijkheden voor u te komen.