Met het patiëntenportaal MijnOLVG kunt u in een beveiligde digitale omgeving uw persoonlijke medische dossier inzien. Om MijnOLVG te gebruiken heeft u een BSN, mobiel telefoonnummer en/of e-mailadres nodig.
In MijnOLVG kunt u uw persoonlijke gegevens van OLVG inzien en beheren. U kunt bijvoorbeeld uw afspraken bekijken, onderzoeksuitslagen inzien en korte vragen stellen. Lees verder
Als je op de Kinderverpleegafdeling komt zie je een bijzondere balie met vissen in alle kleuren van de regenboog. De secretaresse geeft je een hand en brengt jullie naar de zithoek.
Op je kamer kun je beginnen met je tas uit te pakken. Misschien heb je spulletjes van huis meegenomen zodat je die kunt neerzetten. Je kunt thuis de paklijst gebruiken om je tas in te pakken.
De verpleegkundige komt naar je toe voor een gesprek met jou en je mama en/of papa. Ze stelt jullie vragen en zet alles in de computer. Jij kunt ook vragen stellen.
Als je geopereerd wordt, moet je maag leeg zijn. In het ziekenhuis noemen we dat 'nuchter zijn'. Op de ochtend dat je geopereerd wordt, mag je dus niets eten of drinken.
Van je mama, papa of de verpleegkundige krijg je een pil tussen je billen, dan heb je na de operatie minder pijn. Na de operatie kun je met behulp van het pijnlatje zeggen hoe veel pijn je voelt, zodat we daar iets aan kunnen doen.
Als het tijd is om naar de operatiekamer te gaan komt de verpleegkundige samen met de pedagogisch medewerker en natuurlijk je papa of mama. Voor afleiding kunnen we bijvoorbeeld een zoekboek, knuffel of iets anders meenemen. Wat neem jij mee?
In de wachtkamer trekken je papa of mama een wit pak aan en de pedagogisch medewerker een blauwe. Jij krijgt een muts op, je mag je eigen shirt aanhouden. Ook gaat de verpleegkundige kijken naar het bandje om je pols, zodat ze zeker weet dat jouw naam wel goed op het armbandje staat. Je krijgt ook een warme deken.
Als alles klaar is ga je samen met je papa of mama en de pedagogisch medewerker naar de operatiekamer.
In de operatiekamer krijg je een paar metertjes; een 'knijpertje' op je vinger, een band om je arm en plakkers op je borst. Zo kan de dokter je goed in de gaten houden.
Met slaaplucht uit een kapje brengt de dokter je in slaap. Zo voel je niets van de operatie. Vind je de slaaplucht stinken? Blaas het luchtje dan maar weg!
Als de operatie klaar is word je wakker in de uitslaapkamer. Je kan slaperig zijn en misschien misselijk. Als je pijn hebt zeg dit dan tegen je papa, mama of de verpleegkundige. Misschien hoor je piepjes op de uitslaapkamer, dat is daar heel gewoon.
Als je terug bent op je kamer en je voelt je weer goed, kan je iets leuks doen. Nog even bijkomen in bed, misschien komt er bezoek of wil je spelen op de afdeling.
Van de dokter hoor je wanneer je weer naar huis mag. Het kan gebeuren dat je je niet zo fijn voelt in het begin, of dat je nare dromen hebt. Vertel het gewoon aan je papa of mama.