Uw dossier online inzien?
In MijnOLVG kunt u uw persoonlijke gegevens van OLVG inzien en beheren. U kunt bijvoorbeeld uw afspraken bekijken, onderzoeksuitslagen inzien en korte vragen stellen.
Lees verder
Vrijdag 19 januari vond het jaarlijkse huisartsensymposium van OLVG plaats waarbij huisartsen en specialisten elkaar bijpraten over een bepaald thema. Dit jaar was het ‘de zorg in de toekomst’. Hoe ziet het ziekenhuis er in de toekomst uit? Hoe werken huisarts en specialist straks samen? En welke rol gaan nieuwe digitale mogelijkheden spelen? Ook in de tweejaarlijkse Nico Mensing van Charante lezing werd vanuit de eerste- en tweede lijn een blik geworpen op de toekomst.
Zo zijn de plannen voor een specialistisch adviesconsult al ver gevorderd. Marieke: ‘De bedoeling is dat we hier in maart mee starten onder de naam ‘Huisartsenplus-punt’. Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG) heeft dit samen met OLVG en BovenIJ opgezet. Een huisarts kan bij enkele specialisten een advies aanvragen, waarbij de huisarts hoofdbehandelaar blijft. De patiënt ziet de specialist op locatie Spuistraat van OLVG. Het eigen risico van de patiënt wordt daarbij niet aangesproken, want we zien het als verlengde eerstelijnszorg. We verwachten dat daardoor meer patiënten in de eerste lijn blijven, minder aanvullend onderzoek nodig is en dat de deskundigheid van de huisartsen toeneemt. Bovendien kan deze samenwerking tussen huisartsen en specialisten leiden tot nieuwe initiatieven.’
In de Nico Mensing van Charante lezing gaven Maurice van den Bosch, lid raad van bestuur OLVG, en Mascha Bevers, huisarts en medisch directeur ROHA, ieder vanuit hun eigen rol een blik op de toekomst. Marieke: ‘Het is duidelijk dat substitutie, de verplaatsing van zorg van het ziekenhuis naar de eerste lijn, ons tot grote uitdagingen gaat stellen. Ook de toenemende vraag naar zorg, met bijbehorende stijgende kosten, geeft ons een gedeelde verantwoordelijkheid. Beiden riepen dan ook op om de dialoog, die OLVG al actief voert met de eerste lijn, nog verder op te voeren op het gebied van de substitutieagenda, ICT, E-health en transmurale afspraken.’