home

Draaien baby in de baarmoeder - van stuitligging naar hoofdligging : u kunt hiervoor terecht bij Verloskunde

Aan het eind van de zwangerschap ligt ongeveer vier procent van de kinderen in stuitligging. Bij een zwangerschapsduur van 33 weken is dit vijfentwintig procent. Tussen de 33 weken en het eind van de zwangerschap draait een groot aantal kinderen dus uit zichzelf naar een hoofdligging. Door het keren van een kind van stuitligging naar hoofdligging wordt de kans op een spontane bevalling dus groter.

Verloop

Voorbereiding

In welke zwangerschapsweek u wordt doorverwezen, is afhankelijk van de aard van de stuitligging, of het uw eerste of een volgende zwangerschap betreft en van de 'ruimte' die het kind in de baarmoeder heeft. Voor de versiepoging wordt daarom altijd met een echo gekeken. Voor en na de uitwendige versie wordt een hartfilmpje van de baby (CTG) gemaakt.

Het onderzoek

U gaat met iets opgetrokken benen op de onderzoeksbank liggen. Uw buik wordt met gel of talkpoeder ingesmeerd. De verloskundige of gynaecoloog tilt uitwendig met twee handen de stuit tot boven de bekkeningang.

De stuit wordt zijwaarts bewogen, zodat deze boven de bekkenkam staat en wordt met één hand tegengehouden. Met de andere hand wordt nu het hoofd van de baby in de richting van de buik of in de richting van de rug van het kind geduwd.

Het kind maakt als het ware een koprol voor- of achterover. De richting van het draaien is afhankelijk van de aard van de stuitligging:

  • onvolkomen (met de billetjes omlaag en de beentjes omhoog)
  • half-onvolkomen (met 1 been omhoog en 1 been opgetrokken onder de billetjes)
  • volkomen (met de beentjes opgetrokken onder de billetjes).

De resultaten

Het slagen van een versiepoging blijkt afhankelijk van verscheidene factoren. Over het algemeen slaagt een uitwendige versie bij ongeveer dertig procent van de zwangeren waar het een eerste zwangerschap betreft en bij ongeveer zeventig procent waar het een tweede of volgende zwangerschap betreft. Bij alle zwangeren met een kind in stuitligging lukt het dus bij ongeveer vijftig procent om het kind naar hoofdligging te draaien.

Na het onderzoek

Als de uitwendige versie is geslaagd, wordt u weer terugverwezen naar uw eigen verloskundige of gynaecoloog.

Wanneer uw kind in stuitligging blijft liggen, wordt u direct of via de eigen verloskundige doorverwezen naar de gynaecoloog.

De buik(wand) kan door het draaien enkele dagen gevoelig en pijnlijk zijn. Dit is vervelend, maar kan geen kwaad.

In de periode aansluitend op de uitwendige versie, kunt u gedurende enkele uren wat minder kindsbewegingen voelen. Dit komt vaak voor na een uitwendige versie en heeft meestal geen consequenties. Na enkele uren herstelt dit zich weer tot normale kindsbewegingen.

Tips

Neem mee

Geldig identiteitsbewijs (ook voor kinderen vanaf 30 dagen)

Vragen & contact

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Verloskunde.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Verloskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: