home

CT-scan met contrastmiddel : röntgenonderzoek

Een CT-scan is een onderzoek met röntgenstralen. Met contrastmiddel zijn organen en bloedvaten nog beter te zien. U krijgt contrastmiddel via een infuus in een ader. 1 uur voor het onderzoek mag u niet meer eten of drinken. Het onderzoek duurt 10 tot 15 minuten.

Over een CT-scan

Een CT-scan maakt in 1 keer foto’s van alle kanten van de binnenkant van een lichaamsdeel. Een CT-scan gebeurt met röntgenstralen. Met een CT-scan is het mogelijk om ziektes of afwijkingen op te sporen. De hoeveelheid straling is klein en niet gevaarlijk. 

Contrastmiddel

Tijdens het onderzoek krijgt u jodiumhoudend contrastmiddel via een infuus in een bloedvat. Wij controleren van tevoren uw nierfunctie. Dit gebeurt door bloedonderzoek. Als er extra maatregelen nodig zijn, nemen wij contact met u op.

Heeft u een allergische reactie gehad na jodiumhoudend contrastmiddel bij een eerder onderzoek? Meld dit dan voor het onderzoek aan uw arts.

Op het moment dat u het contrastmiddel krijgt, kunt u het volgende merken:

  • U krijgt een warm gevoel in uw lichaam.
  • U krijgt een vieze smaak in uw mond.
  • U heeft het gevoel dat u aan het plassen bent.

Deze bijwerkingen verdwijnen binnen een paar minuten.

Zo bereidt u zich voor

Bent u zwanger of mogelijk zwanger?

Neem dan voor het onderzoek contact op met uw arts. Bij onderzoek van sommige lichaamsdelen doen we liever geen onderzoek met straling.

Geeft u borstvoeding?

Contrastvloeistof heeft geen invloed op de moedermelk. Na het onderzoek kunt u uw baby gewoon borstvoeding geven.

  • Draag geen kleding met metaal, zoals metalen ritsen, knopen of sieraden. Metaal houdt de straling tegen. De foto is niet goed te beoordelen als u kleding met metaal draagt.
  • U moet vanaf 1 uur voor het onderzoek volledig nuchter zijn. Dat betekent niet eten, drinken of roken.

Zo gaat het onderzoek

Voor het onderzoek

Voor het onderzoek is het nodig om een contrastmiddel in te spuiten via een infuus. U krijgt een infuus in een bloedvat in uw arm. Met contrastmiddel zijn de bloedvaten en organen beter te zien.

Het onderzoek

De laborant brengt u naar de kleedkamer. U hoort daar welke kleding u uit moet doen.

  • Tijdens het onderzoek ligt u op een onderzoekstafel. Deze tafel schuift langzaam door een ring. De ring is ongeveer 70 centimeter breed.
  • Met de röntgenbuis in de ring maakt de laborant foto’s. De röntgenbuis draait tijdens het maken van de foto’s rond. Dat maakt wat lawaai.
  • De laborant vertelt u tijdens het onderzoek wanneer u moet inademen en uitademen.
  • U moet stil blijven liggen tijdens het onderzoek.
  • Via een intercom kunt u praten met de laborant.
  • Het onderzoek duurt 10 tot 15 minuten.

Na het onderzoek

  • De laborant verwijdert het infuus. Hierna kunt u naar huis. U kunt zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer.
  • Na de CT-scan mag u weer eten en drinken.
  • Uw nieren zorgen ervoor dat u het contrastmiddel uit plast. Het is daarom belangrijk dat u na de CT-scan veel drinkt zodat u veel kunt plassen. 

Naar huis

U mag na het onderzoek meteen naar huis. U kunt zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer. 

Uitslag van het onderzoek

De uitslag van het onderzoek is niet meteen bekend. De arts die het onderzoek heeft aangevraagd, bespreekt de uitslag met u.

Veelgestelde vragen

Op een CT-scan kunnen artsen meer details zien dan op een röntgenfoto. Lees hier meer over op Thuisarts.

De CT-scanner maakt met de foto’s een 3D-foto van het lichaam. 3D betekent dat er diepte op te zien is. Hierdoor is duidelijker te zien hoe het lichaam en de organen eruit zien. Dit komt omdat bij een CT-scan de röntgenstralen van alle kanten komen. Bij een gewone röntgenfoto komen de röntgenstralen van 1 kant.

Een CT-scan maken duurt iets langer dan een röntgenfoto maken. Ook wordt meer röntgenstraling gebruikt dan bij een röntgenfoto.

Bij een CT-scan wordt meer röntgenstraling gebruikt dan bij een röntgenfoto. Daarom laten artsen alleen een CT-scan maken als het nodig is. Er wordt zo weinig mogelijk straling gebruikt.

U hoeft tijdens de CT-scan geen bescherming te dragen (zoals een loodschort). Ook niet als u vaker een CT-scan krijgt. Als u bescherming draagt, kunnen er geen goede beelden van uw lichaam gemaakt worden.

Soms moet u vaker een CT-scan krijgen. Bijvoorbeeld als de artsen willen weten hoe een ziekte bij u gaat. Hierdoor wordt de kans op schade een klein beetje groter.
Uw arts kan dit met u bespreken. Samen kunt u beslissen wat u gaat doen.

Vertel het aan uw arts als u zwanger bent of zwanger kunt zijn. Bij sommige onderzoeken is de kans een klein beetje groter dat de straling schade veroorzaakt bij uw ongeboren baby. Soms is het beter om dan geen CT-scan te maken. U kunt hier meer over lezen op Thuisarts.

Wanneer moet u ons bellen?

Na het onderzoek is er een hele kleine kans dat u een allergische reactie krijgt op het jodiumhoudend contrastmiddel. U krijgt dan bijvoorbeeld huiduitslag, jeuk of u moet vaak niezen.

De klachten gaan vaak binnen 1 dag vanzelf over. Als de klachten na 1 dag niet overgaan of u heeft meer de klachten neem dan contact op met afdeling Radiologie. 's Avonds of in het weekend belt u met de huisartsenpost. 

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Afdeling Radiologie, locatie Oost, C1
020 599 33 25 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
radiologieoosterpark@olvg.nl

Afdeling Radiologie, locatie West, route 15
020 510 88 98 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
radiologie.afdeling@olvg.nl

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Radiologie en Nucleaire geneeskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: